[Balddadig]
BALDDADIG, bijv. naamw., balddadiger, balddadigst. Van het veroud. bald, eigenlijk boud, dat is stout, en dadig. Balddadig is, derhalve, zoo veel als stout, ondernemend, roekeloos. Kiliaan en Huydecoper maken dit onderscheid tusschen baldadig en balddadig.