uitgelaten worden; b.v.: zoo ziek hij was, ging hij echter te voet. In andere gevallen gaat dit nogthands niet aan; b.v.: hij mag een zoo zeldzaam vernuft bezitten, als hij wil.
Ook wordt als bij of gevoegd, of voor alsof gebezigd: hij was zoo gerust; alsof hij niets te vreezen hadde - ik moest mij houden, alsof ik van de zaak niets wiste - zij kwamen, alsof, ook even alsof, zij geroepen waren. Zonder of, in dezelfde beteekenis: als sy met Judas seyden. Aldeg. Doch, in dit geval vordert het tegenwoordige gebruik verandering in de woordvoeging, en wil dat het werkwoord onmiddellijk achter als geplaatst worde: als zeiden zij met Judas. Als stond hem niets te vreezen - als knersteze op de tanden. Vond. Als ware het; waarvoor men dikwerf, schoon verkeerdlijk, hoort en leest: als 't ware. Als wistet gij niet, dat ik zoude komen. Alsof, en als, in den zin van alsof, hebben de aanvoegende wijs der werkwoorden achter zich; niet alsof zij dezelve regeren, maar dewijl de onzekere toestand der rede die vordert.
Als wordt ook in de onderrigtende schrijfwijs gebezigd, wanneer men een voorbeeld bijbrengt, of enkele deelen van een geheel aanvoert: de woorden, op heid uitgaande, zijn van het vrouwlijke geslacht, als: waarheid enz.
Om eene nadere bepaling van datgene te geven, waarvan gesproken wordt, gebruikt men als, op deze wijs: ik moet dit als eenen pligt beschouwen - ik wil u dit als eene kleine erkendlijkheid geven - het kleed, welk ik als bruidegom aanhad. Men kan hierbij aanmerken, dat, wanneer als tusschen naamwoorden staat, dezelfde naamvallen voor en achter hetzelve plaats hebben: hij spreekt als een geleerd man - ik behandelde hem, als den zoon van mijnen vriend. Bij wederkeerige werkwoorden kan het, somwijlen, twijfelachtig schijnen, of het zelfst. naamw., dat als voor zich heeft, in denzelfden naamval, als de werkende persoon, en dus in den eersten naamval, moete staan, dan of hetzelve het wederk. voornaamw. behoore te volgen. Men behoeft, in dit geval, het werkw. slechts te herhalen, om den waren naamval te kennen: hij gedraagt zich als een eerlijk man, d.i. zoo, als een eerlijk man zich gedraagt; derhalve niet als eenen eerlijken man.
Om twee zaken, op eene eenvoudige wijs, met elkan-