Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 138]
| |
kamer af. Jaag den hond van het vuur af. Door jagen afmatten: een paard afjagen - zich afjagen. Van hier ook afjager. |
|
[pagina 138]
| |
kamer af. Jaag den hond van het vuur af. Door jagen afmatten: een paard afjagen - zich afjagen. Van hier ook afjager. |
|