[Afgoderij]
AFGODERIJ, z.n., v., der, of van de afgoderij; meerv. afgoderijen. Eigenlijk, de vereering van eene valsche godheid; zonder meerv. Figuurlijk, de overdrevene vereering van andere voorwerpen; zonder meerv.: afgoderij met iemand drijven. Enkele afgodische handelingen; met het meerv.: grouwelijke afgoderijen. Bijbelvert. Zie rij.
H.L. Spieghel gebruikt voor dit woord ook afgodij.