[Afdruksel]
AFDRUKSEL, z.n., o., des afdruksels, of van het afdruksel; meerv. afdruksels. Van afdrukken. Hetzelfde als afdruk. Overdragtiglijk wordt het ook gebezigd voor het evenbeeld van iets: hij is het ware afdruksel zijns vaders, is hem zeer gelijk; - de werken der natuur zijn afdruksels der Godheid. Zie sel.