Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Afbeeldsel] AFBEELDSEL, z.n., o., des afbeeldsels, of van het afbeeldsel; meerv. afbeeldsels. Van afbeelden. Afbeelding, schilderij. Zie sel. Vorige Volgende