[Achterwege]
ACHTERWEGE, bijw., zoo veel als op den weg; want achter, komt bij M. Stoke, ook in den zin van op en in, voor: achterwege blijven, niet voordgaan; en overdragtiglijk, niet voltooid worden: die aanslag bleef achterwege. Achterwege houden, terughouden, niet voor den dag brengen.