Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Achteronder] ACHTERONDER, zelfstandig gebruikt, voor het achterste gedeelte van een schip, onder het dek, in tegenoverstelling van het vooronder; onz., van het achteronder; zonder meerv. In het achteronder zitten. Vorige Volgende