[Achterkasteel]
ACHTERKASTEEL, z.n., o. des achterkasteels, of van het achterkasteel; meerv. achterkasteelen. Van achter en kasteel. Het achterkasteel van een schip. Ook wordt het, in den gemeenen spreektrant, voor de billen, het achterste, gebruikt: ik viel op mijn achterkasteel.