[Achterdenken]
ACHTERDENKEN, de onbepaalde wijs van het verouderde werkw. achterdenken, als een zelfst. naamw. gebezigd, o., zonder meerv. Zorg voor het toekomstige. Hij heeft in het geheel geen achterdenken, denkt niet op het achterste, zorgt niet voor het volgende. Ook vermoeden, achterdocht: eindelijk kreeg ik achterdenken.