Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 63]
| |
Bedrijvend: den muur aanstrijken. Onzijdig: het paard strijkt aan, schuurt de pooten, onder het loopen, tegen elkander. Ook voor aannaderen, vooral van de vogelen: de kraaijen kwamen op de kerk aanstrijken. |
|