Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 46]
| |
gaan. De Bijbelv. gebruiken het voorz. aan in aannerken, ook somwijle als onscheidbaar: aanmerkt dat alles! - aanmerkt de lelien des velds, enz. |
|