Verbeteringen.
Inleiding.
Bl. 3, reg. 27, staat opgezogt, lees opgezocht. |
8, reg. 11, staat alle de, lees al de. |
8, reg. 5 annteek., staat eene staart, lees eenen staart. |
15, reg. 23, staat C, lees G. |
25, reg. 28, 29, staat er kend, lees erkend. |
28, reg. 9, staat volstreklijk, lees volstrektlijk. |
30, reg. 9, staat waare, lees ware. |
45, reg. 10, 11, staat alle, lees al. |
56, reg. 21, staat reden, lees rede. |
58, reg. 10, staat booren, lees boren. |
64, reg. 22, staat reden, lees rede. |
69, reg. 5, staat eene langonderuitgehaalde, lees eenen langonderuitgehaalden. |
83, reg. 15, staat alle, lees al. |
84, reg. 18, staat wasch, lees was. |
98, reg. 14, staat verrichten, lees verrigten. |
102, reg. 14, 15, staat alle de, lees al de. |
105, reg. 15, staat bij gevoegd, lees bijgevoegd. |
122, reg. 20, staat Sonmigen, lees Sommigen. |
132, reg. 28, staat overeenkomt, lees overeenkomst. |
135, reg. 17, staat namen, lees nemen. |
137, reg. 13, staat vooren, lees voren. |
144, reg. 17, staat hebben mij, lees hebben van mij. |
144, reg. 19, 20, staat werkwoor den, lees werkwoorden. |
145, reg. 8, staat klouteren, lees klauteren. |
175, reg. 20, staat somwijle, lees somwijlen. |
179, reg. 1, staat Aanspooring, lees Aansporing. |
Woordenboek.
Bl. 6, reg. 44, staat somwijle, lees somwijlen. |
13, reg. 20, staat ongelijkvl., lees onregelm. |
15, reg. 9, staat ongelijkvl., lees onregelm. |
| |
Bl. 17, reg. 43, staat aan een, lees aaneen. |
19, reg. 17, staat ongelijkvl, lees onregelm. |
22, reg. 26, staat AANGEJUICHD, lees AANGEJUICHT. |
31, reg. 31, staat grommeu, lees grommen. |
42, reg. 37, staat alle de, lees al de. |
53, reg. 32, staat de, lees den. |
60, reg. 10, staat teken, lees teeken. |
70, reg. 39, staat peil, lees pijl. |
75, reg. 3, staat alle de, lees al de. |
79, reg. 11, staat somwijle, lees somwijlen. |
83, reg. 6, staat somwijle, lees somwijlen. |
100, reg. 43, staat dat achter een ander, lees die achter eenen anderen. |
105, reg. 26, staat beledigenden, lees beleedigenden. |
127, reg. 22, staat afslonsen, lees afslonzen. |
128, reg. 13, staat afstooken, lees afstoken. |
102, reg. 35, staat slelen, lees stelen. |
174, reg. 21, staat zijn, lees zijne. |
177, reg. 2, staat ririer, lees rivier. |
177, reg. 15, staat volgens, lees, volgends. |
177, reg. 17, staat afgespreken, lees afgesproken. |
198, reg. 9, staat vlasch, lees vlas. |
203, reg. 7, staat agtentwinger, lees agtentwintiger. |
230, reg. 22, staat Azien, lees Azie. |
233, reg. 38, staat ὑμὸς, lees ὑμος. |
239, reg. 9, staat ingschoven, lees ingeschoven. |
259, reg. 7, staat aseh, lees asch. |
259, reg. 31, staat asebezem, lees aschbezem. |
276, reg. 8, staat barre, hei, lees barre hei. |
277, reg. 44, staat vlaschbaard, lees vlasbaard. |
279, reg. 34, staat begeerig, lees begerig. |
284, reg. 41, staat eenen, lees eene. |
285, reg. 15, staat den, lees de. |
328, reg. 42, staat ik beijerde heb, lees ik beijerde, heb |
344, reg. 41, staat begeerig, lees begerig. |
349, reg. 2, staat begeerig, lees begerig. |
449, reg. 44, staat bllksem, lees bliksem. |
458, reg. 41, staat slesch, lees flesch. |
459, reg. 22, staat vlezige, lees vleezige. |
465, reg. 41, staat vlasch, lees vlas. |
529, reg. 32, staat ingefpannene, lees ingespannene. |
571, reg. 15, staat Aanhonden, lees Aanhouden. |
|
|