2 Juni.
Lieve Vadertje Langbeen.
Je kunt je heelemaal niet voorstellen, wat voor heerlijks er vandaag weer gebeurd is. De McBrides hebben me uitgenoodigd den heelen zomer in hun kamp te Adirondacks te komen logeeren. Ze zijn leden van een club, die 's zomers buiten gaat wonen aan een klein meer, midden in het bosch. De verschillende leden hebben daar houten huisjes en ze gaan roeien op het meer en maken lange wandelingen naar de kampen van andere clubs en één keer in de week wordt er in het clublokaal gedanst.
Jimmie McBride komt er ook met een van zijn vrienden, ook een student, dus hebben we genoeg heeren om mee te dansen.
Vind je het niet verbazend lief van Mevrouw McBride, om me ook uit te noodigen? Het schijnt, dat ze van me is gaan houden toen ik er met Kerstmis was.
Neem het me niet kwalijk, dat ik vandaag zoo kort ben. Het is ook eigenlijk geen echte brief. Ik schrijf je alleen maar om je te zeggen, dat mijn zomerplannen al gemaakt zijn.
Je in gelukzaligheid zwemmende
Judy.