20 Januari.
Mijn lieve oude Vadertje Langbeen.
Heb je nooit over een allerdoddigste kleine baby hooren spreken, die door slechte menschen uit zijn wiegje werd geroofd?
Ik zou zoo graag het arme kind geweest zijn. Wanneer we in boeken leefden, zou dat het dénouement geweest zijn.
Het is heusch heel vreemd wanneer je zelf niet eens weet, wat je eigenlijk bent - echt opwindend en romantisch! Daar zijn zoo veel mogelijkheden. Misschien ben ik wel geen Amerikaansche - een heeleboel zijn het niet. Ik kan wel van de oude Romeinen afstammen of van de Vikingers of het kind zijn van een Russischen banneling en dus eigenlijk in Siberië thuis hooren. Of misschien ben ik wel een Zigeunermeisje - ja, dat is, geloof ik, eigenlijk nog het meest waarschijnlijk. Ik heb een zwerversnatuur, hoewel ik nog niet veel kans heb gehad om die te ontwikkelen.
Ken je de schandvlek in mijn leven? Weet je, dat ik eens stilletjes ben weggeloopen omdat ik gestraft was voor het snoepen van koekjes? Het staat in het groote boek beschreven en elke regent kan het lezen. Maar nu in ernst. - Wat kun je anders verwachten van zoo'n kind? Wanneer jij een hongerig kind van 9 jaar in de provisiekamer messen laat slijpen met een schaal koekjes vlak naast haar en je gaat weg en laat haar alleen. En je komt dan plotseling weer binnenstormen, zou jij dan ook niet verwachten, dat ze een paar kruimeltjes aan haar mond heeft? En wanneer je haar dan door elkaar rammelt en om haar ooren slaat en haar commandeert van tafel op te staan, wanneer de pudding binnengebracht wordt en je vertelt dan aan alle kinderen, dat dat gebeurt omdat zij een dievegge is - zou jij het dan ook niet heel begrijpelijk vinden, dat ze stilletjes weg loopt? Ik heb alleen maar vier mijlen geloopen. Toen hebben ze me achterhaald en weer teruggebracht. En een week lang werd ik toen elken dag aan een paal in den tuin vastgebonden, terwijl de anderen mochten spelen.