varanda aan den kant, dien ik niet kan teekenen en een aardige ingang van voren. Het is jammer, dat ik niet alles kan teekenen zooals het er werkelijk uitziet. Die dingen, die niet speelgoedboom pjes zijn, zijn eschdoorns en die prikkelige aan den oprijweg zijn poëtisch murmelende dennen en sparren. Het huis staat op den top van een heuvel en je kijkt mijlen verweg over groene weilanden tot aan een andere heuvelrij.
De menschen, die hier wonen, zijn: de twee Semples, man en vrouw, en een boerenmeisje en twee boerenknechten. Die drie laatsten eten in de keuken en de twee Semples en Judy in de eetkamer. Wij hadden vanavond ham met eieren en honing en boterhammen met gelei en pudding en kaas en thee en we hebben een heeleboel samen afgepraat. Ik heb in mijn heele leven nog nooit zooveel gebabbeld! Alles, wat je hier ziet, is ook even grappig. Ik geloof dat ik dat alleen maar vied omdat ik nog nooit
buiten geweest ben, en al mijn vragen komen uit een enorm groote onwetendheid voort.
De kamer met het kruisje is niet die, waar de moord is gepleegd, maar waar je kleine beschermeling slaapt. Zij (de kamer) is groot en vierkant en frisch en heeft eenige ouderwetsche meubels en langs het raam groeit een klimplant met gele bloemen, die er afvallen als je er even aan raakt. En in de kamer staat nog een groote vierkante mahoniehouten tafel. Daar zal ik dezen zomer met gefronst voorhoofd en mijn elleboogen onder mijn hoofd aan zitten en de eene novelle na de andere schrijven.
O lieveling, ik ben zoo opgewonden! Ik kan heelemaal niet wachten tot het eindelijk weer dag is! Het is nu half negen en ik zal dadelijk mijn kaars uitblazen en probeeren wat te slapen. Wij staan hier om vijf uur al op. Heb je ooit zoo iets grappigs gehoord? Ik kan werkelijk niet gelooven, dat ik nog dezelfde oude Judy ben. Jij en de goede