Vadertje Langbeen
(ca. 1920)–Jean Webster– Auteursrecht onbekend
[pagina 37]
| |
toen niet, maar mijne amandelen waren gezwollen en ik ik had influenza en nog een macht andere vervelende dingen. Ik lig nu al zes dagen in het ziekenhuis en ik mag vandaag voor het eerst weer opzitten en aan jou schrijven. De hoofdverpleegster is heel, heel lief, maar ik heb den heelen tijd aan lien vervelenden brief moeten denken en ik zal niet beter worden, voordat ik er zeker van ben, dat je me vergeeft. Hier zie je meteen hoe ik toegetakeld ben met dien dikken doek om mijn hoofd geknoopt! Heb je nu niet een beetje medelijden met me? Ik heb gezwollen amandelen. Ik heb nu al het heele jaar Menschkunde gehad en toch wist ik niets van die amandelen af. Wat is onze opvoeding toch oppervlakkig! Ik kan nu niet verder schrijven, want ik word een beetje duizelig van het lange opzitten. Vergeef me, dat ik zoo ondankbaar en brutaal geweest ben. Ik ben. èrg slecht opgevoed. Je je liefhebbende Judy Abbott. |
|