Zangen, ter gelegenheid van de algemeene vergadering der Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen, op dingsdag, den 9den augustus, 1831(1831)–Willem Hendrik Warnsinck– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 7] [p. 7] Slotzang. KOOR. De rust, die 't Vaderland geniet, Hebt gij, Beschaving! ons beschoren. Verlichting! in uw rijksgebied Wordt welvaart en geluk herboren. Rijst, zangen! juicht, gewijde koren! Brengt aan dat zustrenpaar uw lied! ARIA. Niet altoos bleef, aan Batoos stranden, Het Staatsverdrag van schennis vrij: Dáár rees de bouw der tempelwanden Van Neêrlands nutste Maatschappij, En Rijn en Waal en Maas en IJ Zien, grootsch en vrij, Voor orde en wet den wierook branden. DRIE STEMMEN. A. Beschaving! Verlichting! Gij zegent dit oord. B. Hier worden geen kreten Des oproers gehoord. [pagina 8] [p. 8] C. Hier rijst nog de tempel Voor de Eendragt gesticht, En 't welzijn van allen Blijft allen ten pligt. A. B. en C. Vaderland! uw lot is schoon; In den rampspoed staat het veilig. Burgerdeugd erft hier de kroon; Hier is nog de Godsdienst heilig En de trouw aan Vorst en troon. Koor. Heil, Vaderland! u siert een krans; Hij blinkt in 't licht van aller deugden glans, En schittrend door dat licht bepereld. Heil, dierbre Grond, die zoo veel heils omsloot! Klein zijt gij op de Kaart der Wereld - De Menschheid noemt u groot. Heil, roemrijk Strand! Heil, Vaderland! - Een Wereld noemt u groot. W.H. WARNSINCK, Bz. Vorige