Zangen, ter gelegenheid van de algemeene vergadering der Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen, op dingsdag, den 9den augustus, 1831(1831)–Willem Hendrik Warnsinck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Tusschenzang. Recitatief. Barbaarschheid houdt den standaard opgestoken Der duisternis en sterkt haar legermagt. Ziet, volken! ziet de vlam des oproers rooken; Dát vuur verheldert slechts uw' nacht. Vier stemmen. A. De woestheid schendt én wet én orden, Werpt troonen om en outers neêr; De mensch hervindt bij rooverhorden Geen schaduw van zijn beeldnis meer. B. De domheid, in 't gareel geslagen Van logen, list en zieledwang, Durft nooit aan eigen vlugt zich wagen, Maar kwijnt in eeuwgen cirkelgang. C. Beschaving sticht der deugd een woning, Den mensch het reinste zielsgenot; Zij predikt eerbied voor den Koning, En vordert diep ontzag voor God. D. Verlichting doet haar fakkel stralen; Zij schenkt ons troost in smart en nood, En wekt, waar 's levens glansen dalen, De hoop op 't eeuwig morgenrood. [pagina 6] [p. 6] A. Barbaarschheid! gij doet 's menschen adel zinken. B. Onwetendheid rooft zijn waardij. C. Beschaving doet zijn grootheid blinken. D. Verlichting voert hem 't Godlijk doel nabij. A. B. C. en D. Ja, zij leiden u en schragen, Stervling! wat het lot u rooft, Zij doen u den morgen dagen, Die u de eerkroon op zal dragen, Door den Hemel u beloofd. KOOR. Beschaving! bloei! Verlichting! groei! Blinkt gij voor ons als tweelingstarren! Schenkt ons uw troostrijk, koestrend licht! Dan zal geen doolweg ons verwarren Op 't spoor van Kennis, Deugd en Pligt. Vorige Volgende