Chansonvormen op het einde van de XVde eeuw
(1938)–Coenraad Lodewijk Walther Boer– Auteursrecht onbekend
[pagina 52]
| ||||
[pagina 53]
| ||||
Zie ook muziekvoorbeeld III, slot.
| ||||
[pagina 54]
| ||||
II - Accordes moy ce que je pensse
1) Par. Contra.
2) Par. ligatuur bes gag. 3) Par. ligatuur g d; d zwart. 4) Par. vanaf hier C sleutel op de 1ste lijn. 5) Par. geen ligatuur. | ||||
[pagina 55]
| ||||
6) Par. ligatuur a f g d.
7) Par. van hier F sleutel op de 4de lijn. 8) Par. van hier weer C sleutel op de 2de lijn. 9) Par. ligatuur G-g. 10) Deze plaats in Par. fout. | ||||
[pagina 56]
| ||||
III - Mon mignault/gracieuse
1) Odhecaton en St G. mezzo-sopraan sleutel; Dijon sopraan sleutel, later mezzo sopraan sleutel.
2) Odhecaton en St G. Tenor sleutel; Dijon alt sleutel. 3) Dijon a-bes ligatuur. 4) In Dijon niet correct. 5) Dijon bes-g ligatuur. 6) Dijon color. 7) Dijon f-g ligatuur. | ||||
[pagina 57]
| ||||
Voortzetting van den tekst van den Superius zie bijlage III - I - nr. 17.
8) Dijon f-e-c ligatuur. 9) Dijon g-d ligatuur. 10) Dijon d-bes-a ligatuur Dijon corona 11) Dijon semibrevis a zonder anticipatie. 12) Dijon g-f ligatuur. 13) Dijon mol, es. 14) Dijon g minima, geen a. 15) Dijon g-bes ligatuur. 16) Dijon f-g-c ligatuur. 17) Dijon g-d ligatuur. 18) Dijon g-d ligatuur. | ||||
[pagina 58]
| ||||
IV - Si a tort on ma blamee
| ||||
[pagina 59]
| ||||
1) Deze 5 noten staan in W. Lab. een terts te hoog.
2) color. | ||||
[pagina 60]
| ||||
V - Mes pensees
Par. 1597:
1) color; 2) a g en c b ligatuur; 3) geen ligatuur; 4) a g ligatuur; 5) g brevis; 6) geen mol; 7) d c ligatuur; 8) d g ligatuur. | ||||
[pagina 61]
| ||||
Par. 15123:
9) color; 10) a g en c b ligatuur; 11) d c ligatuur; 12) g f ligatuur; 13) geen ligatuur; 14) a g ligatuur; 15) als Par. 1597; 16) als 7; 17) als 8. 18) Corona niet in Par. 1597; 19) zie aanteekeningen aan het einde van dit chanson. | ||||
[pagina 62]
| ||||
De maten 38 tot en met 45 luiden in Par. 1597 en Par. 15123 Par. 1597 als boven.
Par. 15123: 1) color, 2) g f ligatuur. | ||||
[pagina 63]
| ||||
VI - Cest mal charche
1) Lo. ligatuur a b(es) c.
2) Lo. geen mol. 3) ‘daleger’ ontbreekt hier in Lo. 4) mol ook in Lo. 5) Lo. geen ligatuur. 6) Lo. punt na bes, geen a. | ||||
[pagina 64]
| ||||
7) Lo. ligatuur f-d-a.
8) Lo. ligatuur g-a. 9) Lo. ligatuur a-c-bes. 10) Odhecaton herhaalt mol. 11) Lo.(abusievelijk) d. 12) Lo. Ligatuur d-e. 13) Lo. de rust en daar onder, klein geschreven, semibrevis g. 14) Lo. inplaats van semibrevis c, c-bes 15) Lo. ligatuur f-g-d. | ||||
[pagina 65]
| ||||
VII - Se congie pris
| ||||
[pagina 66]
| ||||
[pagina 67]
| ||||
VIII - Helas que il est a mon gre
1) Color.
2) Odhecaton g, lees a. | ||||
[pagina 68]
| ||||
[pagina 69]
| ||||
IX - Ma seule dame
| ||||
[pagina 70]
| ||||
[pagina 71]
| ||||
X - Nostre cambriere si malade estois
1) Fl. XIX, 164-167 bassus 1 mol.
| ||||
[pagina 72]
| ||||
2) De tekst is in beide Florentijnsche handschriften eenigszins verschillend;
variant: ‘Elle amprys son pot’. - Ook de tekstverdeeling is onderling
afwijkend; Fl. XIX, 164-167 gaat bij 2) verder met ‘Sell’ avoyt du let.’
3) lees c. | ||||
[pagina 73]
| ||||
[pagina 74]
| ||||
XI - Latura tu
| ||||
[pagina 75]
| ||||
[pagina 76]
| ||||
[pagina 77]
| ||||
XII - Alons ferons barbe
1) Odhecaton F sleutel op de 3e lijn.
2) Paris 1817: bes-c minimae. 3) Par. 1817 alleen bes minima. | ||||
[pagina 78]
| ||||
[pagina 79]
| ||||
XIII - Leure e venue/circumdederunt
1) Br. color.
2) Br. corona, mora generalis, in alle stemmen. 3) Br. drie breven in drie eerste maten. 4) Br. aanvang brevis-longa-brevis-longa. 5) Br. geen ligatuur. 6) Br. mol, bes. 7) Br. 8) Br. mol, in den tekst. | ||||
[pagina 80]
| ||||
9) Br. bassus geen mol, wel voor het derde systeem.
10) Brussel F-c ligatuur. 11) Br. d g a ligatuur. | ||||
[pagina 81]
| ||||
12) Br. color.
13) Br. geen ligatuur. 14) Br. ligatuur d-e. 15) Br. mol voor de b. 16) Typisch verschil in lezing Br. en Odh. 17) Br. mol voor b. | ||||
[pagina 82]
| ||||
XIV - Cela sans plus
1) Odhecaton en St G.F sleutel op de 3e lijn.
2) St. G. geen textincipit in den contra. | ||||
[pagina 83]
| ||||
3) St. G.: Bassus.
4) Odhecaton van hier C sleutel op de 4e lijn. 5) St. G. van hier tot X) C sleutel op de 4e lijn. |
|