scherp en hardvochtig bevel. Hij keek ongerust naar de kaars, die in de kamer brandde, en wenschte dat zij het mocht volhouden tot hij stierf. In elk geval geen nieuwe meer, die nuttelooze kosten. Dan keek hij ongerust naar Asveer, zijn eenigen zoon. Gelukkiglijk moet voor een eenigen zoon het moeizaam verworven bezit niet verdeeld worden.
‘Doe de deur toe, Asveer,’ hijgde hij, ‘voor den tocht, Asveer! Ziek zijn kost geld en 't bedrijf wordt er bij verwaarloosd.’
Onrust belette zijn handen stil te liggen, het eenige dat hij nog bewegen kon. Hij bezwoer zijn zoon en smeekte hem toch goed te zorgen voor de hoeve, het erf, de landerijen. Van oudsher weten zij in de familie, dat rijkdom is voor wie hem grijpt. De rest is superstitie, mijn zoon, maar pas op voor zulke gedachten bij de dienstboden. Doe ze gelooven en bidden, want daar hangt uw veiligheid van af. Streng zijt gij en men vreest u meer dan uw vader, maar weet ook eens goed te zijn als het niets kost. Vreugde doet de lieden harder en vlugger werken. Wees eerlijk zooals gij zijt, maar nooit in uw nadeel.
Snakkend naar adem, gaf hij nog allerhande nuttige wenken omtrent zaaisels en gewassen, verzorgen, koppelen en verhandelen der dieren, benevens juiste inlichtingen over de hoedanigheid der akkers. Alsof dit alles hem nog niet geruststelde en de dood hem