XII Volks-Liedekens, op bekende wijzen, Ter vervrolijking van Laurens Jansz. Kosters(1823)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Het vaderland. Air: Femmes! voulez vous éprouver, of: Vrouwen als gij nieuwsgierig zijt. Men moest, Vierhonderd jaar geleên, Hier een halfduizend zilv'ren kroonen Slechts voor een enkel boek bestéeo, Alleen om 't Schrijverswerk te loonen: Nu kan elk voor een enk'le kroon Dat boek, in fraaijen druk, bekomen, En 't Vaderland ziet uit het loon Van Kosters kunst de welvaart stroomen. (tweem.) Minerva gunde eertijds haar' schat Slechts schaars aan enk'le rijke Grooten, Maar Drukkunst heeft haar hand gevat, Sinds is haar Tempel elk omtsloten: Ga nu door 't gansche Vaderland, In steden, dorpen, buurten, vlekken, Gij zult 'er wis, bij elken stand, Het het! der Boekdrukkunst ontdekken. (tween.) [pagina 33] [p. 33] Haar vinding, hoe benijd, betwist, Is Holland toegekend ten lesten; De roem van Haarlem is beslist En klinkt van 't oosten tot het westen; Der Drukkunst wieg en bakermat Was Haarlems sinds Vierhonderd jaren; Oneindig is haar letterschat! Siert haar met eik en lauwerblâren! (tweem.) Zoo we in ons Land van Kosters pers Al eens iets, wat niet sticht, ontvingen, Het heugt het gansche volk nog versch, 't Werd steeds nog erger door 't bedwingen: Waar was de Drukpers ooit zoo vrij Als bier? Waar beter Volk op aarde? Zij, los van band en dwinglandij, Houdt Vorst en Volk vereend in waarde (tweem.) Vorige Volgende