XII Volks-Liedekens, op bekende wijzen, Ter vervrolijking van Laurens Jansz. Kosters(1823)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina A2r] [p. A2r] [Democriet, aan 't kronklend Sparen] DEMOCRIET, aan 't kronklend Sparen, Is steeds opgeruimd van geest; En zou 't KOSTER dan vergeten Op dit Vierde Jubelfeest? Neen! Het wil ook mede zingen, Al is 't op geen' hoogen toon; Ieder moet zijn taal begrijpen, Van de hut tot aan den troon. Wil men dan eens netjes weten, Hoe, in een' pikdonkren Nacht, Vinding, uit een Beukentakje, Boekdrukkunst heeft voortgebragt; Hoe die vond aan LOURENS KOSTER En aan Haarlems grijzen wal Eeuwiglijk tot Roem en eere Bij de menschheid strekken zal; [pagina A2v] [p. A2v] Hoe deze eedle Kunst der Kunsten Ieder voert tot hooger trap; En elk, bij Verlichtings klaarheid, Kennis biedt en Wetenschap; - Hoe zij 't schoone rijk der Waarheid Openzet voor ieder' stand, En de Vrijheid van 't geweten Schenkt aan 't lieve Vaderland; - Wie dit alles juist wil weten, En wat stem heeft en gehoor (Zeker kent hij al de Wijzen) Zing' dit Liedenboekje door! - Maar door zifters en door vitters Worde 't aan een zij gelegd! 't Is slechts kost voor die kan dulden, Dat men lagchend waarheid zegt. Vorige Volgende