Vriendenzangen tot gezellige vreugd
(1801)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij
[pagina *7]
| |
[pagina *8]
| |
[pagina *9]
| |
[pagina *10]
| |
[pagina 23]
| |
Elk zijn kring.Air: Oui c'en est fait, je me marie.
Wie zich uit zijnen kring wil rukken
In een', die hem niet eigen is,
Staat bloot voor spot en ongelukken;
Hij fopt zich zelven zeer gewis.
Na geluk te streeven;
Zich genot te geeven
En gerust te leeven,
Met een zacht gevoel;
| |
[pagina 24]
| |
Bij zijn welbeminden,
Gade, kroost en vrinden,
Reine vreugd te vinden,
Is het waare doel.
Wie zich uit zijn kring wil rukken
In een', die hem niet eigen is,
Staat bloot voor spot en ongelukken;
Hij fopt zich zelven zeer gewis.
Zelf zich voor te liegen;
Dwaas zich te bedriegen
En in slaap te wiegen,
Is belagchlijk, zot.
| |
[pagina 25]
| |
Wil men, doof voor reden,
Met verdwaasde schreden,
Zulk een pad betreden,
Men verdient zijn lot.
Wie zich uit zijnen kring wil rukken
In een', die hem niet eigen is,
Staat bloot voor spot en ongelukken,
Hij fopt zich zelven zeer gewis.
|
|