Verantwoording
Het verhaal De Clan verscheen voor het eerst in het Juli-Augustus-nummer 1941 van De Fakkel, een litterair-cultureel maandblad dat van November 1940 tot Februari 1942 in Indonesië verscheen. De novelle Op de Grens werd in het November-nummer 1941 opgenomen. Op het ogenblik dat de Pacific-oorlog uitbrak (in begin December 1941) had ik als één van de redactieleden van De Fakkel nog een drietal novellen in portefeuille. Ze waren na de oorlog een tijdlang zoek tot ik ze tenslotte terugvond. Het waren ‘Piendang’, Vox Populi, Vox Dei en Het Einde van de Reis. Ze werden respectievelijk gepubliceerd in Oriëntatie no. 4 (Jan. 1948), no. 10 (Juli 1948) en no. 36 (Sept. 1950).
Wat de Brieffragmenten betreft, zou ik willen verwijzen naar de aantekeningen bij de gelijknamige rubriek.
De Levenslijnen verschenen als feuilleton in De Indische Courant van November 1934 tot en met Januari 1938; de boekbespreking van Het gevloekte Leven werd overgenomen uit het tijdschrift Kritiek en Opbouw van 1 Maart 1941; de beschouwing over Speenhoff is uit De Indische Courant van 20 September 1930; de bespreking van het boek van L.C. Admiraal is afkomstig uit hetzelfde dagblad van 7 Januari 1941; Apologie en Sepada! zijn uit De Indische Courant van respectievelijk 26 Januari 1935 en 4 September 1934; de boutade Indië en de Wet is van 19 Maart 1940 uit dezelfde courant; De Miskende kankeraar vindt men in Kritiek en Opbouw van 29 Maart 1941; het artikel over Ds. Nieuwpoort eveneens in Kritiek en Opbouw van 16 Augustus 1939; het In memoriam van Du Perron staat in De Indische Courant van 19 Augustus 1940; de kritiek op Greshoff's Rariteiten verscheen eveneens in De Indische Courant van 8 December 1941. Het laatste stuk in Kritiek en Opbouw van 10 Mei 1941.
In de jaren '38 en '39 maakte Walraven voor de krant verschillende reizen door Java. De stukken over Ngawi, Djombang, Kalianget en Rembang (welke hier en daar bekort werden) zijn slechts enkele uit een lange reeks. Men vindt ze verspreid in de jaargang 1938 van De Indische Courant. Die over Tjimahi en Batavia werden geschreven na een reis door West-Java in 1939, die hij in gezelschap van zijn vrouw maakte, kennelijk met de bedoeling Du Perron nog eens te ontmoeten.
R.N.