De jongere generatie
Ik heb in het laatste nummer van K. & O. natuurlijk met belangstelling je artikel gelezen ‘Gemobiliseerde Jeugd’, daar het uiteraard vooral aan mij was gericht. Als ik het leg naast Koch's artikel ‘Naar een nieuwe Maatschappij’, dan constateer ik, dat Koch (en ik) een uitweg zien, het socialisme, en dat jullie (ook Nieuwenhuys, Greshoff, Ter Braak, Du Perron) dat niet kunnen zien. Jullie weten geen uitweg en je bepaalt je tot die ‘humor van een haai’, zooals ik Busken Huet heb nagezegd, jegens ‘de ouderen’. Maar dat deden wij immers ook, en nog veel erger, in onze jeugd. In onze jeugd waren er alleen nog niet zooveel academisch gevormden en intellectueelen, die werkeloos rondliepen, al was het in de wereld der kantoorbedienden ook toen al verschrikkelijk. Maar iemand, die een universitaire opleiding had gehad, kreeg toen toch nog altijd een betrekking, en hij behoorde gewoonlijk tot ‘de welgestelde burgerij’, die het sociale probleem nog niet voelde, of niet wilde voelen. Als Troelstra gewild had, nietwaar, zou hij een jongere Goeman Borgesius of Fock hebben kunnen worden zonder moeite. Er waren voor hem alle kansen, toen nog. Dat hij ze versmaadde, was juist het nobele in hem, al werd hij later toch financieel onafhankelijk. Dat is het ook, juilie kunnen het socialisme niet meer zien, zooals wij het nog altijd zien. Het heeft zich in jullie oogen geblameerd en besmeurd, en voor wat de praktische politiek betreft, hebben jullie gelijk. Maar de idee blijft onaangetast, en ik ben ervan overtuigd, dat de wereld zich meer dan ooit beweegt in de richting van het socialisme, en dat is dus ook naar een dictatuur. Dat is bij mij zelfs ‘een geloof’ geworden, zooals Jansen tot de rechtbank zei, nadat ik het hem eerst had ingeblazen een paar dagen tevoren.
Deze groote stap kunnen jullie niet doen, den stap naar Marx, en dat komt ook door je remmingen. Het leven, je ervaringen, je jeugd, hebben je daarvoor afgesloten, ik begrijp het, al betreur ik het. Het is hetzelfde, wat Nieuwenhuys in je verzen vindt, en waarover ik niet eens gepraat heb, want dat kwam niet in me op. Je verzen waren voor mij, wat je zelf bent, maar ik kende je dan ook persoonlijk en Nieuwenhuys nog niet. Heb je hem nu al ontmoet? Hij rekent je absoluut als één van de zijnen, want hij rekent zich ook bij ‘de jongeren’, de Nieuwe Elite van Ter Braak. Ook dit is het: jullie vormen ‘een elite’, en de groote menigte van jongeren is ook jullie geheel vreemd.