Rotterdam
Op zijn negentiende of twintigste jaar verliet Walraven (voor de tweede keer) het ouderlijk huis, om in Rotterdam een werkkring als boekhouder te aanvaarden. Hij schijnt toen te hebben geleefd in een soort bohémiensfeer. Maar details ontbreken. Het was de tijd van de wals en de opera, van Speenhoff en Van Deyssel, van de opkomende arbeidersbeweging, van Troelstra, Domela Nieuwenhuis en de impressionisten. Wat het jonge socialisme voor Walraven betekend heeft, heeft hij menigmaal in zijn brieven en elders uitgesproken.
Van deze Rotterdamse tijd vinden we iets terug in onderstaand brieffragment aan F. Schamhardt en in de bespreking van de 18de druk van ‘Boefje’ (zie de ‘Kronieken’). Ook een gedeelte van een artikel over Speenhoff is onder de rubriek ‘Kronieken’ afgedrukt, omdat het niet alleen Speenhoff, maar ook Walraven-zelf in een bepaalde tijd situeert.
Ik herinner me Kerstdagen in Rotterdam, bijna geheel doorgebracht onder mannelijke vrienden, in de grote café's, waar alles rood was versierd, met rode klokken en hulsttakjes. De grote ruiten waren beslagen, want het was buiten koud. En binnen rook het naar gebraad, zoals gebraad alleen maar in Holland ruiken kan. Het rook naar groc en bitter en zoute bollen en sigaren van vooroorlogse kwaliteit. Er waren leuke mensen, mannen en vrouwen. En op de leestafel lagen alle tijdschriften van Europa, en er stond niets in van oorlog of nationaal-socialisme of communisme of werkloosheid of crisis. Ik herinner me op zo'n Kerstdag in Boneski te hebben gelezen, hoe Maurice Barrès in de Franse Kamer tekeer ging tegen de bijzetting van Zola in het Panthéon. Dat was een cause célèbre, en dat is het nu voor mij nog. Ik herinner me de nummers van Simplicissimus en Jugend, zo geestig en artistiek. Ik kon er geen van missen, en geld of geen geld, ik ging naar Boneski of naar Suisse om ze te lezen. Hoe anders was de wereld toen, vóór de oorlog. Ik geloof, dat ik alleen maar heimwee heb naar die tijd, en eigenlijk minder naar Holland zelf. Ik zou niets meer terugvinden, behalve de bibliotheken en de musea. Van de sfeer van toen is er niets meer. In de schouwburg voerden ze de Dollarprinses op, of de Chocolade-soldaat, of Walzertraum. Er was nog geen jazz. Wiener Damen Orchester, in lange witte jurken met rode of