vrouw en ik waren bij Saripah, verkoopster van vleesch van het rund, en zochten juist naar een malsch stukje. De localiteit van Saripah is ongeveer zoo groot als een telefooncel, en daarin hangt het vleesch langs de wanden. Zij snijdt en hakt het vleesch aan flarden met een klewang, maar als ik kom, reikt zij mij dat wapen en zegt (in het Javaansch): ‘Greif' nur hinein, mein Herr!’ Door het raampje van de cel zag mijn vrouw een auto voorbijsnellen en zei: ‘Dat is de auto van mijnheer Greshoff en hij zit er zelf in’. Ik herken nooit een auto, alleen menschen (als zij mij van belang schijnen!), maar mijn vrouw behoeft maar één keer een auto te zien en het ding is in haar geheugen gegrift. Wij arriveerden per dogcart, met het vleesch, en zagen Greshoff op de voorgalerij bij een kopje thee, dat een van de jongens hem had gebracht. Hij wuifde ons van verre al toe.
Het was maar een kort bezoek, maar ik was er blij mee. Hij bracht me wat lectuur terug, copieën van oude artikelen, die ik vroeger schreef over mijn reis naar West-Java, want hij was op Prigèn en weer op het punt naar Bali te gaan, de gelukkige. Hij at met smaak rabarbertaart bij zijn thee en spoorde mij ondertusschen aan te schrijven, te schrijven, voor De Fakkel. Nu, dat komt wel. Hij had gehoord van mijn lange brief aan U, maar over die honorariumkwestie sprak hij niet. Hij kan soms goed zwijgen over dingen, ook over menschen!
Het door U genoemde bedrag van f 30,- is ook wat ik ongeveer had verwacht. Wat dat betreft is die zaak wel in orde, maar liever had ik het geld zelf voor Maarten. Intusschen vertrouw ik op Uw medewerking in dezen, als U tenminste gezond bent en niets anders U in den weg staat om dit voor mij te doen.
Ik kreeg een kort briefje van Beb Vuyk, waarin ze o.a. schreef, dat zij ‘geen contact’ had kunnen krijgen met Greshoff. Ik zei dit aan Gr. en hij antwoordde mij: ‘Ja, ik kon er geen speld tusschen krijgen!’ Daar had je de oplossing van het raadsel. Zij heeft natuurlijk in haar zenuwachtigheid maar zitten kletsen, zooals zij altijd doet. Net een meisje. Haar brieven verraden een zekere downheid, vooral met betrekking tot Boeroe. Ik kreeg later van haar het boekje