| |
35.
Brief 10 februari 1939 aan F. Schamhardt. Juist door mijn ontmoeting met Walraven schrok ik terug voor de isolering die mij in het zeemansbestaan te wachten stond, en voor het verliezen van allerlei contacten aan de wal. In mijn brieven aan hem fantaseerde ik lustig over een andere toekomst. Hij ging daarop in.
Rex was een destijds bekend merk bier op Java.
Blimbing, 10 Februari 1939
Beste Fransje,
Je brief van 28 Januari arriveerde hier 's avonds laat op den 6den dezer. Er klonk een opgewekter toon uit en hij was hoopvoller, dan de symptomen, die je vertoonde bij ons afscheid op Perak indertijd! Je weet wel, dien Zaterdagmiddag, toen je den tocht naar Tjilatjap moest gaan aanvaarden.
Ja, de heer Breyer zal wel aandacht aan mijn brief hebben geschonken. Dat zal wel niet anders mogelijk zijn geweest, want daar op dat kantoor zullen ze wel niet alle dagen dergelijke brieven ontvangen. Het was n.l. geen smeekschrift, hoewel het natuurlijk toch een ‘fatsoenlijke’ brief was, dat begrijp je. Maar het was een brief met een persoonlijk tintje, alsof ik dien Breyer al heel lang kende en hij mij, want je hoeft iemand niet gezien te hebben om hem te kennen, zooals je weet. Ik heb hem gewoon geschreven, dat hij het kon doen, maar dat hij het ook kon laten, maar dat ik in het laatste geval diep in hem en zijn maatschappij teleurgesteld zou zijn. En ik heb hem verteld van die Zaterdagmorgen, toen jij in het ruim zat en je vrind stond te verven bij de valreep tusschen de koelies (als hij in Indië geweest is, dan zal hij dien kneep hebben gevoeld!) en hoe jullie toen 's avonds nog naar dat bekoorlijke oord Tjilatjap moesten, waar je den volgenden dag werd onthaald op het zeer bizondere schouwspel van een klapperoliefabriek, en dat nog wel terwijl je vlakbij den Boroboedoer was en bij de Pram- | |
| |
bananruïnes! Pot hier en gunter! Die zat, reken maar! En zoo ben ik nog een beetje doorgegaan, erg gemoedelijk, maar nogal to the point, you know, en dat zal hem wel hebben getroffen, zoodat ik wel denk, dat hij althans nu wel een besluit zal nemen, ten goede of ten kwade. Overigens was mijn brief voorzichtig genoeg hoor. Diplomatiek, met verzwijging van heel veel dingen, die ik hem ook wel had kunnen zeggen, maar dezen keer niet. Die zal ik hem zeggen, als hij je dat verlof niet geeft. Tot zoolang blijf ik keurig netjes, alhoewel ik niet schrijf in den stijl van het handelsbrievenboek.
Op het oogenblik dient hier de zaak tegen Hermes, de 1ste stuurman van het kpm-schip ‘Van der Wijck’, dat door zijn schuld (naar men zegt) te gronde is gegaan en waarbij vele personen zijn verdronken. Het kwam door het openlaten van patrijspoorten, zoodat het schip, dat zwaar geladen was, water binnenkreeg. Er is nog geen requisitoir gehouden, en Hermes is nog in dienst van de kpm (aan den wal) en hij heeft een dure advocaat, Borgman Brouwer, die met de dochter van den vorigen G.G. is getrouwd. Maar of dat hem nu juridisch meer waard maakt dan een ander, weet ik natuurlijk niet. Echter, in Indië beteekent invloed veel. Maar in dat proces dan (het is al voor den Raad van Scheepvaart geweest, en nu staat hij voor den Raad van Justitie, zooveel als de arrondissementsrechtbank in Nederland) wordt ook nogal het een en ander gezegd over de schandelijke lange werkuren aan boord. En dat terwijl Hermes buitengewoon voorzichtig is in zijn antwoorden! Ik zal de kranten voor je bewaren. De kpm heeft weer eens laten bekend maken, dat er geen promotie gemaakt zal worden dit jaar. De menschen daar wachten gemiddeld 7 of 8 jaar op een verhooging in rang. En zoo is het bij de jcjl ook. Alles klaagt steen en been en niet zonder reden hoor.
Ik juich het daarom toe, dat je niet blijft varen. En ook dat je vader en moeder er nu klaarblijkelijk ook mee accoord gaan. Het lijkt, voor Hollandsche opvattingen, erg onverantwoordelijk om je werk er bij neer te gooien, maar dat is het toch niet. Zeker niet in jouw geval. Je kunt nu nog
| |
| |
veranderen. Deze reizen en deze ervaringen zullen je goed doen, en je tot man maken, maar overigens hebben ze je doen zien, wat het zeemansleven in de tropen is, en wat het werk is en wat de toekomst. Geloof me, het is hoogst onbevredigend. Wat is dat nu voor een leven zooals voor iemand als Reedeker, die zoowat om de drie maanden zijn vrouw weer eens ziet? En zoo zijn er heel wat, en dat terwijl je weet, wat Indië is en hoe sterk de beenen hier moeten zijn, wil het niet verkeerd gaan in de eene of de andere richting. Bovendien, jij kunt best studeeren, als eenige zoon en inwoner van een universiteitsstad. Man, ik benijd je om dat alles. Naast je studie kun je nog veel doen aan literatuur en zoo. Kijk eens naar wijlen Slauerhoff, en naar Vestdijk, ook dokters, die werkelijk de literatuur niet verwaarloosd hebben om hun studies. Vestdijk is zelfs een bekwaam historicus bovendien. Overigens waren zij beiden dichter, of Vestdijk is dat natuurlijk nog, dus kunstenaars, die er met geen bezems van af te slaan zijn. Zou je je verbinden bij het Indische leger (toch altijd maar weer Indië in jouw schema's!), dan zou je nog particulier kunnen worden op jeugdigen leeftijd, 35 of zoo. Ik ken er veel zoo, maar ook veel, die gebleven zijn en hun pensioen eerst hebben verdiend. Bovendien is er hier ontzaglijk veel te doen in gouvernementsdienst op hygiënisch gebied. Daar ligt een arbeidsveld, dat enorm is en dat op zijn werkers wacht.
Wat het schrijven voor kranten of tijdschriften betreft, daar zou ik niet mee wachten. Als je meent iets te kunnen doen (en dat meen ik ook wel van jou), doe het dan en probeer het. Ziedaar een manier ook om er wat bij te verdienen tijdens je studietijd. Een ‘Moederlandsche Brief’ voor een Indische krant is vlug geschreven, als je jong bent en je er op toelegt. Je moet attent zijn, en acht geven op wat je oogen zien, en de ontmoetingen, die je hebt. Gewoon vertellen, in luchtigen, iets humoristischen trant, met een ernstigen ondertoon. Niet over de politiek of zoo, dat hebben ze hier genoeg en te veel, maar over gewone dingen van het leven, ook van het jeugdleven. Ik kan je daarbij ook wel helpen denkelijk, n.l. om den boel geplaatst te krijgen. Dat kun jij best, en begin maar je daarop toe te leggen, want
| |
| |
het kan later een bron van inkomsten worden voor je, als je studeert en dus alles van anderen moet krijgen.
Geloof jij, dat je vader zoo'n arme man is, Frans? Ik denk, dat hij zijn geld heeft belegd in goudgerande ‘securities’ en dat hij ze alleen maar uit de verte bewondert. Zoo onfinancieel van aanleg als ik behoef je niet te worden, maar toch moet je ook niet te veel aan het geld hangen, en je vooral niet er door laten leiden in je leven. Wie de slaaf is van zijn bezit, wordt door dat bezit verzwolgen, of wordt er door geregeerd in minder aangenamen zin. Ik ken er in Indië zooveel, maar er zijn er misschien in Holland nog meer. Indische verlofgangers staan altijd verbaasd over Holland op dat punt. Over de kleinzieligheid en de duitenplaterij. Wat ik je zeggen wou: als je dat verlof nu krijgt, neem dan dat restant van je geld weer op bij je papa, want dat hebben we noodig. Je weet wel, dat ik een groot gedeelte zal betalen, maar het kan geen kwaad als jij ook wat op zak hebt. Als je in Indië op reis gaat, dan is dat nogal duur. En er is nog iets anders. Ik wilde ook naar Djokja gaan en de beroemde tante Iti heeft den Boroboedoer nog nooit gezien, en dus is het best mogelijk, dat zij meegaat. Zij is erg gezellig op reis. Trouwens thuis ook, zooals je weet. Nu kunnen wij dat doen in de 3de klas en verder op de goedkoopste manier (dat valt mee), maar geld kost het. Dus is het feest afgeloopen, zoodra de duiten op zijn. Dan moeten wij terug naar Blimbing. Het zijn niet de reiskosten en ook niet de hotels, maar alles wat er bij komt. Je weet wel: Rex, en gebraden duiven en zoo.
Ik ben erg veel beter in mijn buik. Ik kan zooveel drinken als ik wil (Rex) zonder de minste schadelijke gevolgen. Ik ben op stap geweest met den zeer rechtsgeleerden heer Mr. Werdmüller von Elgg, die je kent, als ik me niet vergis, en we hebben veel gepraat (over de Duitsche dichters o.a.) en we hebben ook gedronken en sigaren gerookt, maar ik voelde me best en den volgenden dag ook. Misschien ga ik in deze maand met hem naar Banjoewangi, waar hij moet optreden als verdediger voor den Landraad. Dan zullen wij wederom Rex drinken en Ritmeester-sigaren rooken. Wij, verkwisters! De president van den Landraad woont n.l. in
| |
| |
het hotel te Banjoewangi, dus moet hij den avond tevoren ‘bewerkt’ worden. Met Rex!
Over schulden aan de Regeering of het Gouvernement van Ned. Indië zou ik me niet te zeer verontrusten. Geen gemakkelijker schuldeischer dan het Gouvernement van Ned. Indië b.v. Met elke regeling nemen ze genoegen. Als je die beurs kunt krijgen, neem haar dan. Er is echter nogal selectie, denk ik, vooral in het leger. Dat is en blijft een familiegroepje, net als de diplomatie. Maar goede aanleg en een mooi examen kan veel doen, alles eigenlijk, want we leven niet meer in den regententijd, al is de mentaliteit nog altijd levendig, vooral hier in Indië in zekere kringen.
Je hebt de groeten van ons allemaal. We maken het goed. Het regent hier geweldig, maar tegen dat je hier komt, zal dat wel over zijn. Ik hoop, dat de reis naar Hamburg goed is verloopen, als je dezen ontvangt, en schrijf me dan nog eens vlug. Ik zelf zal zooveel niet meer schrijven, tenzij ik absoluut zeker ben van een adres, waar ik je vast en zeker bereik. Anders wacht ik maar tot je hier komt. Pannen vol pudding zullen ze voor je maken, mien jong!
Doe mijn hartelijke groeten aan je pa en moe en aan Christientje. De Flakkeesche krantjes wil ik graag hebben. Tot ziens en het beste. En veel succes bij Breyer, den machtige!
Oom Wim.
9 Februari 1939
Zoojuist je brief met de beschijving van den storm. Zeer goed. Als ik het had meegemaakt, zou ik erg zeeziek zijn geweest en niet in staat om iets te doen. Ik heb n.l. ook stormen beleefd, vroeger, op den Atlantischen Oceaan, maar de herinnering zal mij nooit verlaten, noch den stank van de menschen onderin het schip.
De Maandagcent is een bijdrage van sommige schoolkinderen, die elken Maandag een cent in een busje stoppen ten bate van lijders aan t.b.c. Er zijn veel van die lijders in Indië. De meeste Inlanders sterven aan ziekten van de ademhalingsorganen, meer of minder t.b.c. of longziekte, en dat is geen wonder als je ziet hoe zij leven. Het schoone Batoe zit vol van t.b.c. lijders. Lectuur er over is er en zal ik voor
| |
| |
je bewaren. Er is ook een maandblad, en adressen zijn er ook. Als je komt, zal ik je die gegevens wel bezorgen. Er zijn sanatoria en er is belangstelling van hoogerhand. Dus kun je er nogal wat van te weten komen, op heden. Lies en Rika doen ook mee aan de Maandagcentbeweging. Het is een in Deli ontstane gewoonte, geloof ik, die naar Java is overgewaaid. Vroeger ging die cent in ‘het negertje’ voor de Zending en nu is het voor de t.b.c. Misschien is dat ook beter. Bestrijding van t.b.c. is denkelijk beter dan bestrijding van het heidendom, of misschien heeft het eene het andere tot gevolg.
Nogmaals dank voor je brieven. Je tikt al heel goed hoor. 't Is ook een eenvoudige kunst. En dan zijn er nog cursussen in het machineschrijven! Die veelal bezocht worden door kinderen, die de taal niet kennen, maar die schijnen te denken, dat dat niet noodig is bij machineschrijven.
Nu, de groeten aan allen, en tot ziens.
W.
|
|