Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1793 en 1794
(1989)–Jozef van Walleghem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
InleidingOp 1 januari 1793 was ons land reeds enkele maanden door de Franse legers bezetGa naar eind(1). De idealistische beloften waren niet ingelost. De Fransen zouden zich niet terugtrekken en aan de Zuidelijke Nederlanden de onafhankelijkheid niet verlenen. Het decreet van de Nationale Conventie van 15 december 1792 liet aan duidelijkheid niets te wensen over: de essentiële Franse revolutionaire wetten moesten hier ook worden toegepast. De annexatie lag dus in het verschiet. Van Walleghem en de meerderheid van de Brugse bevolking waren daar radicaal tegen, maar de aanhangers van de Brugse Jacobijnse club stemden op 25 februari 1793 voor de aanhechting van Brugge bij Frankrijk. Op 18 maart 1793 werd generaal Dumouriez te Neerwinden door de Oostenrijkers verslagen. Brugge werd weldra ‘van het Fransch barbaersch gespuijs ontruijmt’ en het allerlaatste jaar van het Ancien Régime kon beginnen. Dit was een zeer ongelukkig jaar: afschuw voor de gebeurtenissen in Frankrijk, waar de terreur nu volop woedde, en de voortdurende vrees voor het naderende oorlogsgeweld. Want inderdaad, op de conferentie van Antwerpen van 3 april 1793 hadden Groot-Brittannië, de Republiek der Nederlanden, Pruisen en Oostenrijk beslist hun legers samen tegen de revolutionaire Fransen te bundelen. Het zou van hen afhangen of de Zuidelijke Nederlanden Oostenrijks bleven of Frans werden.
Brugge werd nu een bezette stad: voortdurend kwamen geallieerde troepen in en uit. Vooral Hannoverse troepen, die voor de koning van Engeland vochten, verbleven te Brugge. Dit alles en vooral de geruchten over de moordpartijen in Frankrijk, de vervolging van de gelovigen en het nieuws over de krijgsverrichtingen aan de zo nabije grenzen wekte een zeer zenuwachtige en veelal beangstigende sfeer. Jozef van Walleghem kende géén gemoedsrust in die periode en was gewoon bang zoals de meeste Bruggelingen, een kleine taaie groep Fransgezinden uitgezonderd.
Door de Oostenrijkse nederlaag te Fleurus werd het lot van onze landen bezegeld. Reeds op 25 juni 1794 had de Franse generaal Van Damme bezit van onze stad genomen. Nu begon voor Van Walleghem en de Bruggelingen de strijd om te overleven. De waardeloze assignaten werden met dwang ingevoerd en het voedsel werd schaars. Op de wekelijkse graan- en botermarkt werden kooplustige vrouwen en meisjes doodgedrumd. De tijden waren inderdaad beroerd. Van Walleghem mocht dan ook terecht op 31 december 1794 schrijven: ‘Ah! gaeve den hemel dat wij dit jaer eijndigende een geluckiger mochten beginnen en dat wij haest van die gewaende vrijheijd en gelijkheijd voor goed mochten ontslaegen worden’.
De godvruchtige, traditionalistische mercenier Van Walleghem schreef een kroniek over een stad in de greep van de oorlog. Niet alléén het oorlogsgeweld werd gevreesd maar ook de maatschappelijke omwenteling en de terreur van het nieuwe Franse revolutionaire regime. Godsdienst en eigendom en ook het eigen leven waren in gevaar. Van Walleghem laat ons in zijn kroniek duidelijk aanvoelen hoe een traditiegetrouwe middenstander op deze gruwelijke gebeurtenissen reageerde. Vooral door de beschrijving van de eerste 6 maanden van de tweede Franse bezetting, een volkomen blanke periode in de Brugse historiografie, is de kroniek een bijzonder goede bron. | |
[pagina 6]
| |
Deze editie is, eveneens als de vorige, het werk van een groep enthousiaste Brugse historici. Hoofdarchivaris dr. A. Vandewalle schreef de noten over stedelijke instellingen, gebouwen en plaatsnamen; archivaris N. Geirnaert deze over kerkelijke en religieuze aangelegenheden en historica Ludwien Casier bekommerde zich om de biografieën. De basistekst was door R. Engelrelst gecopieerd en door J. De Groote, die ook voor het register en de verklaring van oude termen en begrippen instond, nagelezen. Marcella Vandebroek verwees naar de ‘plakkaten’ en de ‘hallegeboden’. Ondergetekende schreef de noten over het politiek gebeuren.
Allen dank ik zeer voor de voortreffelijke wijze van samenwerken. Ook het stadsbestuur van Brugge dat deze kroniek uitgeeft moet geprezen worden: het is een uitstekende Brugse bijdrage aan de viering van de bicentenaire.
Yvan Vanden Berghe 27 juni 1989 |
|