Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1788
(1984)–Jozef van Walleghem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |||||||
Inleiding1. Nieuwe gegevens over Jozef van WalleghemToen in 1981 gestart werd met de voorbereiding van de uitgave van het deel 1787 van de kroniek van Jozef van Walleghem beschikten we over slechts één enkel gegeven over de auteur: Jozef van Walleghem was één van de meer dan dertigduizend inwoners van Brugge op het einde van de 18de eeuw. Na heel wat opzoekingen ontdekten we een aantal gegevens over zijn leven en werk die we in de inleiding van het deel 1787 publiceerden. Deze ‘biografische nota's’ waren niet bedoeld exhaustief te zijn. Een aantal elementen ontbraken nog: we misten nog steeds een aantal handschriften van Van Walleghem en we hoopten dat erudiete collega's ons nog op bepaalde weinig bekende of zelfs onbekende bronnen zouden wijzen. Deze aanvullingen zouden dan telkens in de inleiding van de volgende delen gepubliceerd worden. Dit is nu eenmaal de gang van zaken in dit soort ondernemingen. Het enig ander alternatief bestaat er in te wachten tot we alle handschriften bezitten en dan de op 15 geschatte boekdelen van de editie in één ruk samen te publiceren en op hetzelfde ogenblik op de markt te brengen. Dit laatste is uiteraard een onrealistische onderneming. Wat we hadden gehoopt gebeurde ook. Op een Antwerpse veiling werd een belangrijk handschrift van Van Walleghem aangeboden ‘Catalogue van boeken toebehoorende aen Joseph van Walleghem junior tot Brugge’. Dit handschrift werd door de stad Brugge aangekocht en berust momenteel in het stadsarchief. Ook wees J. Geldhof, Brugs publicist, ons op een belangrijk nieuw gegeven in verband met de opvoeding van Jozef van WalleghemGa naar eind(1). Pastoor Geldhof is een van de beste kenners van het Bisschoppelijk Archief te Brugge en hij ontdekte dat de jonge Jozef van Walleghem als refectionalis studeerde aan de kapittelschool van St.-Donaas te Brugge. Het was ons opgevallen dat Van Walleghem wel Latijn maar geen Frans verstond. Daarom achtten we het mogelijk dat hij enkele jaren studeerde aan het Brugs Augustijnencollege. Dit was voor kinderen uit het milieu van Van Walleghem wel niet gebruikelijk maar toch ook niet onmogelijk. J. Geldhof ontdekte dat Van Walleghem op 22 januari 1769 in de kapittelschool van St.-Donaas werd opgenomen. Deze school telde slechts 13 leerlingen die er gratis studeerden. Deze dertien werden van hun twaalfde tot achttiende jaar geoefend in Latijn, godsvrucht en kerkzang. In ruil voor hun gratis opleiding verrichtten ze allerhande subalterne kerkdiensten in St.-Donaas. De bedoeling was dat ze na hun studies in St.-Donaas een opleiding voor priester volgden. In augustus 1772, midden zijn opleiding, verliet Jozef van Walleghem de kapittelschool. Als reden werden ‘incommodidates corporales’ (lichamelijke ongemakken) ingeroepen. Misschien was zijn zwakke gezondheid de reden waarom Jozef van Walleghem zijn vader als wolwever niet opvolgde? Wellicht ook is Van Walleghem daarom ook zo vroeg gestorven? De ontdekking van J. Geldhof werpt een licht op de ook reeds eerder door ons vastgestelde vroomheid van Jozef van Walleghem en zijn grote interesse voor kerkelijke plechtigheden. Tevens reveleerde J. Geldhof het bestaan van de ka- | |||||||
[pagina 6]
| |||||||
pittelschool van Sint-Donaas in de 18de eeuw, een feit dat door weinig of geen auteurs wordt vermeld. Ook de in 1982 te Antwerpen geveilde ‘Catalogue van boeken’ reveleert een nieuw facet van de persoonlijkheid van Jozef van Walleghem. De geziene mercenier was ook een groot boekenliefhebber en bezat op het einde van zijn leven een bibliotheek van 350 titels. Pronkstukken waren naast de Biblia Sacra de 111 boekdelen van de verzamelde werken van Jacob Cats en de 105 boekdelen van ‘De Historie van het Oudt en Nieuw Testament, getrokken uijt de heijlige vaders en andere geestelijcke schrijvers’ (Brussel 1718). Opvallend was dat op de 350 titels slechts 4 Franse boeken voorkwamen, wat onze stelling steunt dat Van Walleghem géén of slechts rudimentair Frans kende. Van Walleghem bezat naast literaire en godsdienstige werken ook boeken over geschiedenis en vooral de Brugse geschiedenis. Uiteraard bevatte zijn bibliotheek ook de ‘Jaerboecken der stadt Brugge’ van Charles Custis, zijn bewonderde voorganger als Brugs kroniekschrijver. Ook bewaarde hij in zijn bibliotheek de voor zijn kroniek gebruikte jaargangen van ‘Den Vlaemschen Indicateur’ en ‘Het Wekelijks Nieuws uijt Loven’. Opvallend evenwel was het feit dat er bijna geen filosofische literatuur voorkwam in zijn bibliotheek. Dit bevestigt onze stelling dat de kroniekschrijver als bevoorrecht ambachtsman een typische verdediger van het Ancien Regime was die niet hoog opliep met de nieuwe kritische ideeën van de filosofen. In de ‘Catalogue van boeken’ vinden we ook de werken van Van Walleghem. Naast de gekende handschriften waarvoor we verwijzen naar de inleiding van de editie van het jaar 1787 treffen we ook de volgende tot heden onbekende werken van de auteur aan:
Het zijn dus verzamelingen van mopjes en raadsels die ons wijzen op een niet vermoede ludieke karaktertrek van de auteur. | |||||||
2. Nieuwe aanpak van de uitgaveDe uitgave van de kroniek van Van Walleghem werd op initiatief van ondergetekende door het Stadsbestuur van Brugge ondernomen. Hiervoor kreeg ondergetekende gedurende 1 jaar de leiding over een jong B.T.K.-team bestaande uit Chris Scherpereel, historica verantwoordelijke voor de nota's en Helena Debou, regentes en Cathy Spiritus, opsteller voor de transcriptie. De aan B.T.K.-projecten opgelegde tijdslimiet noopte tot een vlugge publicatie van het deel over 1787. Critici zoals J. Geldhof en A. Van Den Abeele wezen terecht op een aantal slordigheden en tekortkomingenGa naar eind(2). We steunen op hun raadgevingen voor de editie van het jaar 1788: moeilijke woorden worden verklaard, er is een betere uitleg over de religieuze terminologie en een aantal nota's worden gecorrigeerd. Essentieel blijft ook, zoals voor 1787, de tekst van Jozef van Walleghem die zo correct mogelijk wordt weergegeven. Om de leesbaarheid te bevorderen wordt evenwel de interpunctie hier en daar aangepast. Oeverloos wordt de discussie over de noodzaak om feiten en toestanden, beschreven in een literaire bron zoals de kroniek Van Walleghem, te vergelijken | |||||||
[pagina 7]
| |||||||
met andere onuitgegeven ambtelijke of literaire bronnen uit andere archieven. Omdat dit de uitgave feitelijk onmogelijk zou maken, doen we dit niet. We vergelijken evenwel wel met uitgegeven studies en uitgegeven of gedrukte bronnen. Essentieel blijft voor ons de tekstuitgave. Moeilijke begrippen, afgeschafte instellingen, allerhande personen, etc., worden dan in de voetnoten verklaard of gesitueerd. Voor het opzoeken van biografische gegevens over Van Walleghem raadpleegden we uiteraard wel de archieven evenals voor het opzoeken van geboorte- en sterftedata van geciteerde personen. Uitzondering werd ook gemaakt voor deze teksten die Van Walleghem heeft afgeschreven en die in origineel in de archieven bewaard gebleven zijn, zoals vonnissen uitgesproken door de rechtbank van het Brugse Vrije e.a. Deze teksten werden in de archieven opgespoord en de weergave van Van Walleghem werd zorgvuldig met het origineel gecollationeerd. De editie van 1788 is grotendeels het werk van een nieuwe en eveneens jonge B.T.K.-ploeg bestaande uit Martine Secelle, historica die instond voor het kritisch apparaat en Helena Debou, regentes en Ronald Engelrelst, opsteller die zorgden voor de transcriptieGa naar eind(3). Samen bereiden we nu de uiterst interessante tekst voor van de revolutiejaren 1789 en 1790 die we respectievelijk in het najaar van 1984 en medio 1985 hopen te kunnen publiceren. Dit alles gebeurt zoals vorige jaren in goede samenwerking met het personeel van het Stadsarchief, o.l.v. dr. A. Vandewalle en drs. N. Geirnaert, die we danken voor de administratieve leiding en gulle gastvrijheid.
Prof. dr. Yvan Van den Berghe 1 augustus 1983 |
|