Aan mijn dierbare Cecilia. 16de-eeuws lief en leed in brieven. De Van Spulde brieven
(2003)–Marijke J. van der Wal– Auteursrechtelijk beschermdde Van Spulde brieven
6. Mijn zonen zijn op reis: 1534 en 1536De gebruikelijke informatie naar het welbevinden van de familie gaat op St. Pancrasdag, d.i. 12 mei, 1534 vergezeld van een attentie: een hoeveelheid paling voor Geert ten Water (vader Gerrit woont in de vissersplaats Harderwijk!) en een tabbaard en garen voor Cecilia. Een tabbaard, in de vertaling weergegeven met het woord japon, was een zijden of wollen kledingstuk, waarvan lijf en rok meestal een geheel vormden. Het werd in de 16de eeuw gedragen door vrouwen van de hogere standen en de rijke koopmansstandGa naar eind26. Kostbare tabbaarden liet men wel na en dit is kennelijk ook bij de Van Spuldes het geval: het betreft een tabbaard van de overleden moeder van nicht Van Spulde. In Zwolle is nicht Van Spulde aanwezig, die nadrukkelijk uitgenodigd wordt om samen met Cecilia en Geert rond St. Olef, d.i. 12 juni, naar de kermis in Harderwijk te komen. De kermis, oorspronkelijk het feest van de kerkwijding, was een belangrijk evenement met een jaarmarkt en diverse attracties. Aan het eind van de brief blijkt dat mevrouw Van Scerpenseel, die ook in brief 1 en 2 werd gegroet, in een familierelatie tot de Van Spuldes te staan: ze wordt nu aangeduid als myn nichte Van Scerpenseel. Het verdere nieuws betreft de zonen Gerrit en Johan, die geregeld op reis zijn. Gerrit heeft een klein reispaard gekocht en wil naar Overland, een aanduiding voor Duitsland of meer specifiek Rijnland-Westfalen: ‘myn soen Gheryt heft een clein clepper ghecoft ende vil na Overlant to bij den hoep’. Het is niet met zekerheid te zeggen waar de aanduiding ‘bij den hoep’ naar verwijst. De betekenis ‘bij de groep’ (eventueel: bij het regiment) geeft - net als andere betekenissen die in de overwegingen zijn betrokken - weinig zin binnen de context van de brief. Omdat plaatsaanduidingen en namen in de oorspronkelijke brief niet met een hoofdletter worden geschreven (zie afb. 10) zou men ‘bij den Hoep’ ook als een nadere, geografische aanduiding kunnen opvatten, die door ons echter niet op geraadpleegde kaarten is aangetroffenGa naar eind27. Johan is in de brief van 1534 in Elburg en in de daaropvolgende van 1536 te Wageningen. In Wageningen moet in elk geval land bekeken worden. Land dat volgens het Oud Rechterlijk Archief in het bezit was van Gerrit van Spulde en zijn kinderen. De kinderen hadden in 1513 zelfs nog 7 morgen land van hun grootmoeder Geertruida van Hueckelum gekregenGa naar eind28. In de brief van 30 juni 1536 - de vrijdag na de feestdag van St. Petrus en St. Paulus - verschijnt de eerste indicatie dat de gezondheid van zoon Johan te wensen overlaat: hij gaat ook naar Wageningen om van de koliek, een benaming voor allerlei buik- en ingewandsaandoeningen, af te komen. We kunnen slechts gissen wie hij daarvoor bezocht: een arts of wellicht iemand uit de hoek van de gebedsgenezers. Van die laatste categorie blijkt Johan later (vgl. brief 6) niet afkerig te zijn . In brief 4 roept een formulering in de regels 6 en 7 vragen op: vader Van Spulde, de schrijver van de brief, wordt daar als hij aangeduid. Is dit een bewust afstandelijke zegswijze of moet hieruit worden afgeleid dat deze brief, en in dat geval dan ook al de voorafgaande, die in hetzelfde handschrift zijn geschreven, niet door Gerrit van Spulde zelf op papier zijn gezet? We houden het op het eerste, omdat de ondertekening van alle brieven een handschrift laat zien dat overeenkomt met de brieven 1 tot en met 4 zelf. Een wat afstandelijke, ambtelijke formulering kan er doorheen zijn geslipt bij vader Van Spulde, die als magistraatslid met ambtelijk taalgebruik vertrouwd moet zijn geweest. afbeelding 10: brief 3, BPL2853 fol. 3
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brief 3
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vertaling brief 3
afbeelding 3 (herhaling): brief 4, BPL2853 fol. 4
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brief 4
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vertaling brief 4
|
|