Hoofdstuk XII.
Waarom?
Er zijn lezers, die bezwaar hebben gemaakt tegen het begrip ‘gereedschapskist der voorzienigheid’. Hun overtuiging is, dat, hoe ondoorgrondelijk God's wegen ook mogen zijn, het een leek op het gebied der voorzienigheid niet betaamt, eenig licht te willen brengen in de duisternissen, waarin de Almacht ons laat dolen en ver-dolen.
Paul Förges werd doodgeschoten. Wij kennen hem niet. Wij hebben alleen zijn naam in de kranten gelezen. Is hij blond of donker? Is hij jong of oud?
Wij weten alleen, dat hij één der onzen was: een mensch met hoofd, ledematen en romp. Verdere bijzonderheden ontbreken, behalve dan dat hij geheel buiten het conflict China-Japan stond. Of hij nog in het bezit was van àl zijn ledematen bijvoorbeeld, is niet met zekerheid te zeggen, zoo kort na een oorlog, die honderdduizenden Duitsch- en het tegendeel-sprekende mannen heeft verminkt, voor zoover de dood hen daarvoor niet vrijwaarde. In ieder geval zal Paul Förges voldoende ledematen hebben bezeten om een auto te besturen.
Paul Förges was een mensch als wij, met organen. Maar ook door die organen, als maag, milt en pancreas, onderscheidde hij zich niet van zijn medemenschen. Bovendien is het niet onmogelijk, dat hij één of meer organen miste. De techniek van het opereeren is tegenwoordig zóó verfijnd, dat in gevallen, waarbij de dood zich reeds op een puntenoverwinning in de demi-finale mag verheugen, het lancetmes een ontijdig einde maakt aan de race, zoodat de strijd onbeslist blijft.