Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXI. De Landvoogdy der Nederlanden wordt aan Ernst van Oostenryk opgedraagen.Weinige weeken te vooren, hadt men, hier te Lande, tyding gekreegen, dat de Koning van Spanje de Landvoogdy der Nederlanden hadt opgedraagen aan Ernst, Aartshertoge van Oostenryk en Broeder des Keizers, en dat deeze met een aanzienlyk Leger op weg was, met last om den kryg hier sterk door te zetten, of de Staaten te noodzaaken tot de vrede. Men hadt zelfs eenige Brieven onderschept, waarby Filips zynen Gezant ten Keizerlyken Hove last gaf, om den Aartshertog te vermaanen, tot het spoeden der reize herwaards, en om naauw agt te geeven op deszelfs bedryfGa naar voetnoot(w). De Staaten van Holland, in 't byzonder hiervan verwittigd, beslooten, op eenen voorslag van Prinse Maurits en den Raad van Staate, terstond te bewilligen in twaalfmaalhonderdduizend guldens, boven de twee tonnen schats ter maand, tot de oorlogslasten des aanstaanden jaars, door de | |
[pagina 383]
| |
vier gewesten, Holland, Zeeland, Utrecht en Friesland, op te brengen. Ook zogten de algemeene Staaten de Koningin van Engeland te beweegen, om haaren onderstand met vierduizend man te vermeerderen, en dezelven, voor den tyd van vier maanden, te onderhouden. Doch zy kreegen alleenlyk verlof, om tweeduizend man, ten hunnen eigen' koste, in Engeland, te mogen wervenGa naar voetnoot(x). In den aanvang des jaars 1594,Ga naar margenoot+ kwam de nieuwe Landvoogd te Luxemburg, en van daar, over Namen, te Brussel, alwaarGa naar margenoot+ hy, op den dertigsten van Louwmaand, zyne intrede deedt. Hy was van eenen aanzienlyken Hofstoet verzeld; doch van geen talryk Leger, gelyk men verspreid hadt. Men ontving hem met uitbundige tekenen van vreugde. Ook hadt Filips hem breeden last gegeven, over de zaaken van Regeeringe, na 't vertoonen van welken, de Graaf van Mansfeld afstondt van de magt, die hem, by voorraad, opgedraagen wasGa naar voetnoot(y). Men beloofde zig, in 't eerst, veel van de regeeringe des Aartshertogs, wiens deftige minzaamheid veele herten innam. Ook hadt de zagtheid van zynen aart, die zig ligtelyk leiden liet, door raad of bevel, den Koning van Spanje derwyze bekoord, dat hy hem, met de Landvoogdye, zyne Dogter ter Vrouwe hadt toegeschikt. Doch toen men, door den tyd, ondervondt, dat de Vereenigde Staaten, in Duitschland, vierduizend Kneg- | |
[pagina 384]
| |
ten en eenige Ruiters geworven hebbendeGa naar voetnoot(z),Ga naar margenoot+ hem het byeenbrengen van Krygsvolk op de Duitsche grenzen wisten te beletten, verdween de hoop, die men van hem opgevat hadt, allengskens. Zyne poogingen, om Spaansche bezetting te leggen in Ryssel en Namen, die dezelve volstandiglyk weigerden te ontvangen; zyne vadzigheid en zyne geneigdheid tot de vrouwen bragten hem, daarna, in de algemeene kleinagting, tot zo verre zelfs, dat men zig niet ontzag, hem, in smaal- en schimpschriften, lelyk door te strykenGa naar voetnoot(a): al het welke niet weinig toebragt om het aanzien van Prinse Maurits en van de Vereenigde Staaten, by in- en uitheemschen, te hooger te doen ryzen. |
|