Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXII. Leicester draagt het bewind in zyn afwezen den Raad van Staate over,De Graaf stelde, wyders, op den vierentwintigsten van Slagtmaand, het bewind der burgerlyke Regeeringe en des oorlogs te Lande, geduurende zyn afzyn, den Raad van Staate in handen, laatende het beleid van den kryg te water aan Prinse Maurits, als Admiraal, en aan de Kollegien ter Admiraliteit, alles, tot dat hy weder hier kwam, of tot op nader orde, te stellen by de algemeene StaatenGa naar voetnoot(b). Des anderendaags, namGa naar margenoot+ hy afscheid van de algemeene Staaten, hun, voor 't laatst, den Godsdienst en het invoeren der beraamde Kerkenorde, ernstelyk, aanbeveelende. Het wederzydsch misnoegen scheen nu geheel geslist. Men bejegende elkanderen, met veel heuschheid. Maar de Graaf, te Dordrecht gekomen, stelde daar zekeren Joan Kouwai tot Admiraal over den Vlaamschen oord, en regtte eene Admiraliteit op, te Oostende; hoewel dit werk haperde, willende die van Holland en Zeeland geene Admiraliteit in Vlaanderen gedoogenGa naar voetnoot(c). Van Dordrecht, voer Leicester naarGa naar margenoot+ Zeeland: en toefde, twee weeken, te Vlissin- | |
[pagina 188]
| |
gen, naar den wind. Midlerwyl, maakte hy de bezetting van Veere op, tegen Prinse MauritsGa naar voetnoot(d), schreef verscheiden' brieven aan zyne vertrouwelingen, en beval zynen Requestmeester Hotman, dien hy hier liet, Sonoi en de Oversten der Plaatsen, by monde en byGa naar margenoot+ brieven, uit zynen naam, te liefkoozen. Eindelyk, ging hy onder zeil, en werdt, in Engeland, zeer feestelyk ontvangen, door de Koninginne. Men droeg zorg, dat de Burgerhopluiden te Utrecht hiervan terstond kennis kreegen, op dat zy 'er door aangemoedigd werden, om op den begonnen voet voort te gaanGa naar voetnoot(e). Ga naar margenoot+ Leicesters dubbelheid brak, terstond na zyn vertrek van Zeeland, zigtbaarlyk uit. Hy hadt, op den zelfden dag, waarop hy 't bewind over den kryg te Lande den Raad van Staate hadt opgedraagen, een Geschrift getekend, welk nu eerst voor den dag kwam, en waarby hy hun, in de gewigtigste Krygszaaken, de handen bondt. Zy mogten, by voorbeeld ‘geene Oversten van sterke Plaatsen af- of aanstellen, geene hooge Krygsampten vervullen, dan by voorraad, geene gevangenen ontslaan, geene uitgezetten t'eeniger Stede inlaaten, dan by wege van gewoonlyk Regt, niets doen in 't stuk der verbeurdverklaarde goederen, buiten zyn verlof, en de lysten der Engelsche bezettingen, by hem gemaakt, stiptelyk volgenGa naar voetnoot(f).’ Volgens deeze Lysten, van wel- | |
[pagina 189]
| |
ken men ook afschriften kreeg, wilde hy de Engelschen, die de Koningin betaalde, en de Engelschen en Ieren, die in der Staaten soldye stonden, verdeeld hebben, de eersten, in de Steden Arnhem, Wageningen, Tiel, Doesburg, Kuilenburg, Utrecht, Amersfoort, Reenen, Wyk te Duurstede, Kampen, Zwol, Harlingen en Oostende: de anderen, in Harderwyk, Elburg, Hattum, Lochem, de schans voor Zutfen, Gorinchem, Viane, Deventer, Bergen op Zoom, Willemstad en SluisGa naar voetnoot(g): waaruit men zien kan, van welke vestingen de Graaf zig, door middel zyner Engelschen en Ieren, die tienduizend man sterk waren, dagt te verzekeren. Het geschrift, waarby 't gezag des Raads ingebonden werdt, was, door den Heere van Brakel, ontworpenGa naar voetnoot(h). De Staaten keeken vreemd toe, toen het bekend werdt; en ondervonden 'er haast de schadelyke gevolgen van. |
|