Vaderlandsche historie. Deel 5
(1751)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 408]
| |
XVI.
| |
[pagina 409]
| |
Engel Willemszoon de Merle of Merula, oud en deftig Pastoor te Heenvliet, om Kettery, in 't voorleeden jaar, in hegtenis geraaktGa naar voetnoot(x), in 't jaar 1555, naar Leuven, en twee jaaren laater, naar Bergen in Henegouwen, gevoerd werdt, daar hy ten vuure werdt gedoemd. Men weet, hoe hy dit smertelyk einde voorkwam, den geest geevende, terwyl hy, voor 't Brandhuisje geknield, zyn jongste gebed deedtGa naar voetnoot(y). Andere voorbeelden van minder vermaardheid, in welken Hollands groot Voorregt geschonden werdt, ontmoette men geduuriglyk: en al de vlyt der Staaten, om zig en 's Lands Ingezetenen, by dit Voorregt, te handhaaven, was vrugteloos. |
|