Vaderlandsche historie. Deel 5

XI.
Filips komt in Engeland, en voltrekt het Huwelyk met Maria.

Doch de Engelschen waren 'er zeer onvergenoegd over. Zelfs strekte het tot een voorwendsel eener samenzweering tegen de Koninginne, welke, kort hierna, ontdekt en gestraft werdt. De Koningin, ondervonden hebbende, dat het jongste Parlement haar Huwelyk insgelyks afkeurde, hadt het doen scheiden, en een ander, welk geheel van haar afhing, weeten byeen te brengen. 't Viel haar niet moeilyk, hier haar Huwelyk te doen goedkeuren: 't welk, in Bloeimaand, geschiedde. Filips kreeg 'er zo dra de tyding niet van in Spanje, of hy maakte zig gereed, tot de reize naar Engeland. Hy ging, in de Corunna, scheep, op den zestienden van

[p. 398]

Hooimaand, en zette, den twintigsten, te Southampton, voet aan Land. Den zevenen-twintigsten, werdt het Huwelyk, te Winchester, werwaards hem de Koningin te gemoet gegaan was, voltrokken. Ten zelfden dage, werden Filips en Maria, voor Koning en Koningin van Engeland, Frankryk, Napels en Jerusalem uitgeroepen. De Keizer hadt, kort te vooren, deeze twee laatste Koningryken aan zynen Zoon geschonken. Filips schikte zig zo veel naar de Engelsche Natie, als hem de Spaansche deftigheid, kon toelaaten. Zelfs zogt hy haare genegenheid te winnen, door zig, openlyk, te verklaaren tegen de vervolging om Geloofszaaken. Doch 't volk was en bleef tegen hem ingenomen. Men smaalde zelfs op zyne onkuischheid, in openbaare schimpschriften⁽ⁱ⁾. Hy hieldt zig, ruim een jaar, in Engeland op, in welken tyd, hy genoegzaam verzekerd werdt, dat 'er geene Kinderen uit zyn Huwelyk te hoopen waren. Hier door zyn hoofd- of eenig oogmerk verydeld ziende, trok hy zyne genegenheid geheellyk af van de Koninginne en van Engeland, tot zo verre, dat hy, in 't jaar 1557, 't Ryk, tegen zyne belofte, niet alleen inwikkelde in den Kryg met Frankryk; maar ook, na 't afsterven van Maria, welk, in Slagtmaand des jaars 1558, voorviel, en na dat Elizabet den Troon beklommen hadt, zig niet ontzag, een Volk, over welk hy den naam van Koning gevoerd hadt, in 't openbaar te beoorloogen^(k).

(i) Vide Act. Publ. Angl. Tom. VI. P. IV. p. 61.

(k) Chron. van E. de Veer f. 127, 128. Rapin Tom. VI. p. 104, 105, 110, 111, 112, 113, 114, 115, 122, 125, 126, 133, 142, 422, 426.

[p. 399]

Doch 't verhaal hiervan behoort tot laater' tyden.