Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 407]
| |
ning Karel, ylende naar Spanje, om zig aldaar te doen kroonen, luisterde naar deeze voorslagen. Men tradt, te Utrecht, door wederzydsche Gemagtigden, in onderhandeling, en trof, eerlang, op den zeventienden van Herfstmaand, een BestandGa naar voetnoot(h), welk zes maanden zou duurenGa naar voetnoot(i). By 't Verdrag, welk hiervan gemaakt werdt ‘stondt Karel van Gelder zyn Regt op Friesland, Groningen uitgezonderd, aan Koning Karel af, voor eene somme van honderdduizend Kroonen eens, op zekere tyden, te betaalen, onder borgtogt der Steden Dordrecht, Amsterdam, Gorinchem en 's Hertogenbosch. Wyders verbondt hy zig, om de vreemde Knegten, binnen zes maanden of eerder, Friesland te doen ruimenGa naar voetnoot(k).’ |
|