Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijInzigten van Karel van Gelder.De Hertog van Gelder betoonde zig gereed, om eenen last naar te komen, dien hy zelf zig hadt doen opleggen. Zyn oogmerk was, niet zo zeer, den Graave van Oostfriesland, in 't bewind van Groningen, te vestigen, als zyn eigen gebied, in Friesland en in Groningerland, uit te breiden. Doch hy hieldt dit oogmerk, in 't eerst, bedekt. Hy hadt Graave Edzard beloofd, de Saxischen uit Groningerland en Friesland te zullen verdryven, en hem in 't bewind deezer Landen te zullen stellen; mids dat hyze voortaan van Frankryk ter leen hieldt, en hem, eer hy te velde trok, slegts vyfendertigduizend Rynsche guldens, tot de kosten van den oorlog, betaalde. Graaf Edzard hadt, tot in Oogstmaand, werk, eer hy de helft van dit geld byeen krygen kon. In 't laatst van Herfstmaand, hadt Karel egter een Leger op de been, welk hy, onder 't bevel van Willem van Ooye, door Twente en Drente, naar Groningerland zondtGa naar voetnoot(d). Groningen werdt, ten deezen tyde, door de Saxischen, belegerd. Doch de Gelderschen gaven voor, den Zwarten | |
[pagina 386]
| |
hoop, zo noemde men de Saxische Knegten, haast, van voor de Stad, te zullen doen verstuiven.Ga naar margenoot+ Hertog Joris, de komst der Gelderschen vernomen hebbende, bevondt zig in geene kleine bekommering: vooral, toen hem aangediend werdt, dat Lodewyk de XII. de hand in dit werk hadt, waarvan de Gelderschen geen geheim maakten. In Slagtmaand, zondt hy Simon van Reischach naar Frankryk, die den Koning vertoonde ‘dat Groningen onder 't Duitsche Ryk behoorde, en derhalven begreepen was in de Vrede, welke, onlangs, tusschen de Koningen van Frankryk en Engeland, geslooten was: waarom hy verzogt, dat de Koning geene hulde van Graave Edzard en de Groningers wilde ontvangen, noch hen, tegen den Hertog, zynen meester, bystaan; maar den Hertoge van Gelder, veeleer, verbieden, eenige vyandlykheden te onderneemenGa naar voetnoot(e). DochGa naar margenoot+ dit vertoog vondt weinig ingang. De Hertog van Gelder stelde zelf ook te veel belang in zyne onderneeming, dan dat hy'er zo ligt van afgezien zou hebben. Zyn oogmerk ontdekte zig ten klaarsten, toen hy, bespeurende dat Graaf Edzard veel te weinig volks op de been hadt, om zig, tegen hem, te verzetten, den Groningers liet voorslaan ‘dat 'er geen middel was, om van de Saxischen verlost te worden, zo zy hem niet voor Heere, onder den Koning van Frankryk, aannamen. Weigerden zy dit, dan zou hy zyn volk terstond doen te rug trekken.’ De Groningers, naauwlyks tyd van beraad hebbende, | |
[pagina 387]
| |
beslooten, genoegzaam gedwongen, op nieuws, van Heer te veranderenGa naar voetnoot(f), en deeden den Hertoge van Gelder, in den persoon zyns Maarschalks, Willem van Ooye, huldeGa naar voetnoot(g). Edzard, geen geld hebbende, om het weinige Krygsvolk, welk hy nog op de been hieldt, te voldoen, pakte zig heimelyk weg uit Groningen, des nagts tusschen den zesden en zevenden van SlagtmaandGa naar voetnoot(h). |
|