Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijHy sterft.Hy maakte zig egter, binnen korten tyd, gehaat by de Kastiliaanen; zo door het stellen van Nederlanders in de Regeeringe, als door het opsluiten zyner Gemaalinne, Joanna; die, tederlyk van de Kastiliaanen bemind, voor zo krankzinnig niet gehouden werdt, als Filips wilde doen gelooven. Doch zy hadden niet lang reden, om over zyne Regeering te onvrede te zyn. Eene heete koorts rukte hem, onverhoeds, te Burgos, uit het leeven, op den vyfentwintigsten van Herfstmaand, in het negenentwintigste jaar zyns OuderdomsGa naar voetnoot(m). | |
[pagina 337]
| |
Zyne fraaie uiterlyke gedaante heeft hem den naam van den Schoonen verworven. Doch hy was zo zeer overgegeven aan de wellusten, datGa naar margenoot+ de spyt, over de menigte zyner byzitten, zyner Gemaalinne, zo men wil, het verstand gekrenkt hadt. Hy was gewoon de zorg der Regeeringe op zyne Staatsdienaars te laaten aankomen. En veelligt heeft men hem hierom den bynaam van Croit - Conseil of hoor naar raad gegevenGa naar voetnoot(n). De Nederlanders hebben geene gelegenheid gehad, om eenige Vorstelyke hoedanigheid in hem op te merken. Hy was ruim zo onbekwaam, tot het wel beleiden en uitvoeren van gewigtige zaaken, als zyn Vader, van wien hy dit gebrek scheen geërfd te hebben. Het slegt bestieren van den Gelderschen Kryg, dien hy, met zo groot eene overmagt, in verscheiden' jaaren, nog niet ten einde hadt konnen brengen, is 'er een tastelyk bewys van. Vyf Kinderen hadt Filips, by Joanna van Kastilie, verwekt: drie Dogters, van welken de laatste, omtrent vier maanden na zynen dood, ter weereld kwam, en twee Zoonen, Karel en Ferdinand. |
|