Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijScheepsstryd by Brouwershaven.De Stadhouder Egmond, in 't Leger voor Montfoort, tyding gekreegen hebbende van de vyandlykheden der Hoekschen, deedt te Dordrecht eene aanzienlyke Vloot Hollandsche en Zeeuwsche Schepen byeen brengen: met welke hy, den eenentwintigsten van Hooimaand, naar Schouwen afstak. In 't Gat van Brouwershaven, raakten de Vlooten, op den drie-entwintigsten, aan malkanderen. De Hoeksche Vloot was verre de minste, in getal van schepen en manschap. Egter werdt 'er fel van weêrskanten gevogten: tot dat 'er, met het vallen van 't water, zestien Hoeksche Schepen aan den grond raakten, en onbekwaam werden, om dienst te doen. Brederode gaf den moed egter niet op; maar sprong, met een goed deel volks, omtrent Serooskerke, aan Land: alwaar de stryd, mids de Kabbeljaauwschen hem gevolgd waren, met gelyke woede, hervat werdt. Brederode werdt, eindelyk, op twee plaatsen gewond. Twee zyner Neeven en Dirk van Hodenpyl trof dit zelfde lot. De overigen, toen aan 't vlugten slaande, werden allen afgemaakt, of gevangen genomen. Jan van Naaldwyk, die den scheepsstryd nog eenigen tyd aan den gang hieldt, ontweek | |
[pagina 266]
| |
eindelyk, met negen Schepen en omtrent vierhonderd man, naar Sluis, alwaar hy, na vyf dagen sukkelens, aankwam. Hy nam zynen weg over Zierikzee, werwaards hy, door den Stadhouder Egmond, vervolgd werdt. Doch die van Zierikzee, Naaldwyk doorgelaaten hebbende, slooten Egmond de Poort voor 't hoofd. Zy betoonden zig, omtrent deezen tyd, in meer dan één geval, den Hoekschen en Vlaamingen gunstig, 't welk hun naderhand zeer kwalyk bekomen isGa naar voetnoot(f).Ga naar margenoot+ Brederode, gevangen genomen zynde, werdt naar Dordrecht gevoerd, en op Puttoks Toren gezet, alwaar hy, op den elfden van Oogstmaand, aan zyne wonden, overleedtGa naar voetnoot(g). Verscheiden' andere gevangenen werden, te Dordrecht, te Leiden en elders, als Landverraaders, onthalsdGa naar voetnoot(h). |
|