Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVII. Maximiliaan wordt Roomsch Koning.Maximiliaan, verneemende, dat de Ryksvorsten, te Frankfort, byeen stonden te komen, om eenen Roomsch-Koning te verkiezen, begaf zig, in den aanvang des volgenden jaars, derwaards, en werdt, den zestienden van Sprokkelmaand, met eenpaarige stem-Ga naar margenoot+ | |
[pagina 236]
| |
men, verheeven tot deeze waardigheidGa naar voetnoot(t): aan welke, ten deezen tyde, het algemeen Stedehouderschap des Ryks, in afweezendheid des Keizers, verknogt was. Ook volgde de Roomsch-Koning den Keizer altoos op; zonder dat de Keurvorsten, tot eene nieuwe verkiezing, behoefden te komen. Eenige Hollandsche en Geldersche Edelen hadden de plegtigheid deezer verkiezinge bygewoond. Onder welken waren Walraven van Brederode, Willem van Egmond, Fredrik van Egmond, Floris van Ysselstein en Gysbrecht van Bronkborst. Ook hadt Maximiliaan den jongen Karel van Gelder derwaards gebragtGa naar voetnoot(u), die, nevens Brederode, Bronkhorst en Willem van Egmond, na dat de Roomsch-Koning, op den negenden van Grasmaand, te Aken, gekroond was, van hem Ridder geslaagen werdtGa naar voetnoot(v). Van Aken, trok hy, over Holland, naar Brabant te rug, wordende alomme, met naame te Dordrecht, alwaar hy ook nog eenige Hollandsche Edelen Ridder sloegGa naar voetnoot(w), met veele tekenen van vreugde, ingehaald. |
|