Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijWarwik kruist op de Hollandsche en Zeeuwsche schepen.Terwyl hy in 't Kanaal kruiste, ontzag hy zig niet, verscheiden' Hollandsche en Zeeuwsche Koopvaardyschepen te neemenGa naar voetnoot(s), die in Fransche Havens opgebragt werden. De gantsche Rochelsche Vloot, in Holland, Zeeland en Vlaanderen t'huis hoorende, viel in zyne handen. Een Oostersch Schip, op welk Hans Voetken geboodt, geholpen van eenige Zeeuwschen, hadt de koenheid van zig te weer te stellen. Men wil dat Voetken en de onzen den Graave, in deeze gelegenheid, merkelyke schade toebragtenGa naar voetnoot(t). Ook bergde Warwik zig, sedert, in de Haven van Honfleur, alwaar hy, door Lodewyk, | |
[pagina 111]
| |
Bastaard van Bourbon, Admiraal van Frankryk, ontvangen werdtGa naar voetnoot(u). Hertog Karel, ten hoogsten gestoord op Warwik en op de Franschen, schreef aan Lodewyk den XI, dat hy het beschermen van Clarence en Warwik, die verscheiden' Schepen zyner Onderzaaten genomen hadden, voor eene openbaare Vredebreuk hieldt. Ook zondt hy den Aartsbisschop van Narbonne en den Admiraal van Frankryk een kort briefje toe, welk men als eene leevendige schildery van zynen heeten en oploopenden aart kan aanmerken. Het was van deezen inhoudGa naar voetnoot(v): ‘Aartsbisschop, en gy Admiraal! de Schepen, welken gy zegt, dat de Koning den Engelschen te gemoet gezonden heeft, hebben de Vloot van myne Onderzaaten, die naar myne Landen te rug keerde, reeds aangetast. Maar, by Sant Joris! zo men hierin niet voorziet, zal ik 'er, met Gods hulp, in voorzien; zonder my op te houden naar Ulieder verlof, of redenen, of regtspleegingen, want zy zyn te willekeurig, en te langwylig. Karel. Den negenentwintig sten van Bloeimaand. |
|