Vaderlandsche historie. Deel 4
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVI. Hertog Karel houdt het Graafgeding in Holland en Zeeland.Karel sleet den Winter en 't volgend voorjaar meest in Brabant en Vlaanderen, in tamelyke rust. Op 't einde van Hooimaand, begaf hy zig naar ZeelandGa naar voetnoot(c), om de Graaflyke Vierschaar te houden. Men vindt, dat hy, te Middelburg, drie dagen ter weeke, in persoon, te regt zittende, arm en ryk, zonder onderscheid, hoorde. Drie Broeders,Ga naar margenoot+ in zyne tegenwoordigheid, wegens eenen doodslag, aan eenen zyner dienaaren begaan, hebbende doen onthalzen, rees 'er eenige opschudding onder 't volk, welke hy zelf, met een' stok in de hand toeschietende, op staande voet, wist te stillenGa naar voetnoot(d). Uit Zeeland, stak hy naar Holland over. In den Briel, stapte hy aan land, alwaar Frank van Borselen, Graaf van Oostervant, hem deftig onthaalde. Van daar, naar den Haage gereisd, hieldt hy | |
[pagina 107]
| |
hier insgelyks het Graafgeding. In Herfstmaand, verleende hy den Frieschen Afgevaardigden gehoorGa naar voetnoot(e); die, gelyk als ten tyde van Hertoge Filips, naar huis keerden, zonder iets te sluiten. |
|