Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijInzigten van Filips over dit Huwelyk.Doch dit viel anders uit. Filips hadt te veele vrienden hier te Lande; die zo veele verspieders waren van den heimelyken ommegang van Frank en Jakoba, en haast ontdekten, wat 'er schuilde. Zy gaven 'er den Hertoge terstond kennis van: en men heeft reden om te twyselen, of hem deeze tyding gespeeten, of verblyd hebbe. Zy zou hem gespeeten hebben, indien Jakoba magt en middelen gehad hadt, om zig van Heere Frank te bedienen, tot herwinning van 't gebied, welk de Hertog haar afhandig gemaakt hadt; of indien Frank zelf in staat geweest was, om zig tegen hem te verzetten. Doch hy kende Frank voor | |
[pagina 512]
| |
een' gemeen' Zeeuwsch Edelman, wiens Ampt hem wel merkelyke voordeelen gaf, en die, met het bedyken van aangewaslen' schorren in ZeelandGa naar voetnoot(q), zynen staat niet weinig verbeterd hadt; doch die, schoon gestyfd door Jakoba, uitgeput als zy was van geldmiddelen en ontbloot van vrienden, tegen het hoog gereezen aanzien van den Heere der voornaamste Nederlanden, geen oogenblik bestaan kon. De tyding van het heimelyk geslooten Huwelyk zal hem, derhalven, meer verheugd dan gespeeten hebben: alzo het hem gelegenheid gaf, om Jakoba, over het schenden haarer belofte, met geweld, aan te tasten, en van den naam van Graavinne, het eenig teken van aanzien, welk haar nog overschoot, te berooven. Terstond gaf hy bevel, om Frank van Borselen, in stilte, uit den Haage te ligten, en schielyk naar 't Slot Rupelmonde in Vlaanderen te brengenGa naar voetnoot(r). En 't stuk werdt zo behendig uitgevoerd, dat 'er Jakoba te laat kennis van kreeg, om het te beletten: waar toe zy ook, al hadt zy vroeger geweeten, wat men haar brouwde, vermoedelyk, geen middel gehad zou hebben. |
|