Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXII. De Drukkonst wordt, te Haarlem, door Laurens Janszoon Koster, gevonden.Doch het voortzetten van den Koophandel verhinderde onze Landsluiden niet, zig ook op het uitvinden en oefenen van nutte konsten toe te leggen. 't Is 't gemeen gevoelen hier te Lande, dat de loffelyke Drukkonst, omtrent deezen tyd, door Laurens Janszoon Koster, te Haarlem gevonden is. De meesten verschuiven den tyd der vindinge, tot het jaar 1440; doch oude Schryvers getuigen, dat men, omtrent dien tyd, de Drukkonst reeds te Mentz oefende, naar een voorbeeld, te vooren, in Holland, gedruktGa naar voetnoot(b). Anderen brengen den tyd der vindinge, duidelyk, tot het jaar 1428Ga naar voetnoot(c): welk laatste ons ook waarschynlykst dunkt. Buiten Holland, oordeelt men, in 't gemeen, dat de Drukkonst, in Duitschland en wel te Mentz, door eenen Jan Fust, of Faust, of Guttenberger, allereerst geoefend is. Men brengt zelfs blyk by van boeken, aldaar, in 't jaar 1450 en 1442 gedrukt, en in 't licht gegevenGa naar voetnoot(d), daar men geen ouder Haarlemsche drukken dan van 't jaar 1484 toonen kanGa naar voetnoot(e). Doch wy moeten aanmerken, dat men niet gewoon was, tyd en plaats te melden, in de alleroudste en ruwste drukken: waaruit volgt, dat 'er zeer wel vroeger te Haarlem gedrukt kan zyn, al vindt men zulks, in de oudste drukken, niet aangewee- | |
[pagina 505]
| |
zen. De geschiedenis van het vinden der Drukkonst te Haarlem rust, voornaamlyk, op het getuigenis van eenige deftige en geloofwaardige mannen, die, omtrent den jaare 1560 gebloeid hebbende, verklaaren, deeze geschiedenis gehoord te hebben, uit oude luiden, wien dezelve van andere oude luiden overhandreikt was. Uit dit getuigenis en eenige andere bescheiden, is het Verhaal ontleend, welk wy waardig geagt hebben, hier in te voegen. Laurens Janszoon Koster, een aanzienlyk Burger van Haarlem, en, in den jaare 1431, Schepen der Stad, woonagtig aan de Markt, tegen over het Hof of Raadhuis, begon, omtrent deezen tyd, boekenof eeken - schorsen tot Letters te snyden, en dezelven, zegelswyze, op papier te drukken, ten dienste der Kinderen zyner Dogter, gehuwd aan Thomas Pieterszoon. Deeze hielp hem eerlang eenen dikker' en taaijer' Inkt uitvinden. Ook werden de houten Letters allengskens in looden en tinnen veranderd. Men ondernam geheele boeken te drukken. Voor het eerste Werk, welk hier gedrukt werdt, of voor één der eersten, houdt men zekere Grammatica of Spraakkonst van Donatus: van welke sommigen meenen, onlangs, eenige overblyfsels ontdekt te hebbenGa naar voetnoot(f). De Spiegel onzer behoudenisse wordt ook voor één der eerste Drukken van Kosters Drukkerye gehouden. Van dit Werk zyn nog verscheiden' oude Exemplaaren in wezen. Het is al | |
[pagina 506]
| |
vroeg herdrukt; en in den jaare 1483, te Kuilenburg by Johan Veldener, ten minsten voor de derde reize. In de eerste en tweede drukken van dit werk, is de ruwheid der Konst, met een' opslag van 't oog, te bespeuren. Ondertusschen bragt zy den vinder geene kleine winst aan: alzo men vermoeden mag, dat de gedrukte boeken, in 't eerst, voor geschreeven, en daarom tot hoogen prys verkogt werden. Koster vondt zig wel haast genoodzaakt, werkvolk aan te neemen; onder welk zekere Jan, wiens toenaam men met geene zekerheid weet, op eenen Kersnagt, de Letters en ander drukgereedschap heimelyk byeen gepakt heeft, en met het zelve, over Amsterdam, naar Duitschland gevlugt is. Men heeft, naderhand, gemeend, dat deeze, Jan Fust, of Faust, of Guttenberger geweest is, die, te Mentz, niet lang hier na, de Drukkonst heeft geoefend. Adriaan Junius verhaalt deeze Letterdievery uit den mond van Quiryn Talesius, Burgemeester te Haarlem, en van zynen Leermeester, Nikolaas Gaal, man van een staal geheugen, Beide verklaardenze het stuk verstaan te hebben uit Kornelis den Boekbinder, die Knegt op Kosters Drukkerye geweest was, en verscheiden' maanden by den Letterdief geslaapen hadtGa naar voetnoot(g). Uit een geschreeven Byvoegsel, in 't jaar 1492 gesteld by een Boek, te Haarlem, in 't jaar 1485, gedrukt, is my gebleeken, dat 'er, ten dien tyde, een Boekbinder, Kornelis genaamd, in de Kruisstraat, te Haarlem, gewoond heeftGa naar voetnoot(h). | |
[pagina 507]
| |
Sedert werdt de Drukkonst nog te Haarlem geoefend. Omtrent den jaare 1460, zondt Henrik de VI, Koning van Engeland, berigt gekreegen hebbende, dat die Konst hier uitgevonden en in gebruik was, eenige Persoonen herwaards, die den Drukker, Fredrik Corsellis, naar Londen troonden, en van daar naar Oxford, alwaar hy, voor 't eerst, in Engeland gedrukt heestGa naar voetnoot(i), Na dien tyd, is de Konst allengskens over gantsch Europa verspreid, en, in en buiten de Nederlanden, tot volkomenheid gebragt. In Duitschland, heeft men zig, al vroeg, op 't verbeteren deezer nutte uitvindinge toegelegd: doch de groote waarschynlykheid, dat 'er te Haarlem de eerste aanleiding toe gegeven is, heeft ons gedrongen, om 'er hier, een weinig omstandiger, van te gewaagen. |
|