Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijZevenbergen, door Filips bemagtigd.Behalven de Steden Gouda, Schoonhoven en Oudewater, die 't nog met Vrouwe Jakoba hielden, hadt zy eenen voornaamen Voorstander aan Gerrit van Stryen, Heere van Zevenbergen; wiens Stad, op den Brabantschen bodem gelegen, als eene Grensvesting van Holland werdt aangemerkt. Filips oordeelde, derhalven, dat hy deeze Stad bemagtigen moest, eer hy zyne gedagten, over het winnen van Gouda en de twee andere Hoeksche Steden, gaan liet. In Slagtmaand deezes jaars, begon hy zig reeds, tot het Beleg van Zevenbergen, gereed te maaken. Doch 't werdt eerst in den aanvang des volgenden jaars, ondernomen. Het duurde eenen geruimen tyd, door de dappere verdediging des Heeren van | |
[pagina 480]
| |
Zevenbergen, die eindelyk, op den zestienden van Grasmaand, gedwongen werdt, de Stad op- en zig met de zynen krygsgevangen over te geevenGa naar voetnoot(z). Het overmeesteren van Zevenbergen baande den weg tot het beleg van Gouda, waar toe Eilips zig eerlang gereed maakte. Eerst deedt hy egter eenen keer naar Vlaanderen, en voor zyn vertrek wederom eene Bede van twintigduizend Schilden, tot voldoening van twee maanden Solds van 't Krygsvolk, welk in Holland bleef. Haarlem droeg hier toe 4622 Schilden; Delft 3305; Leiden ook 3305; Amsterdam 2833; Rotterdam 833; Enkhuizen 100 enz.Ga naar voetnoot(a). Die van Schellinghout en eenige Dorpen van Delfland werden, sedert, om onwilligheid in 't opbrengen der Bede, met eene zwaare Geldboete, gestraft. De Delslanders hadden den Schout van Delst, voor 't Raadhuis deezer Stad, doodgeslaagenGa naar voetnoot(b). |
|