Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijHertog Willem trekt met den Daufyn naar Frankryk. 1417.De Koning van Frankryk liet, ondertusschen, niet na, door boode op boode, den Daufyn ten Hove te ontbieden. Hertog Willem begaf zig, derhalven, omtrent den aanvang des jaars 1417, met hem op weg, in eenen tyd, in welken het onlangs geslooten heimelyk Verbond 1417. tusschen Henrik den V. en den Hertog van Bourgondie, indien men 'er anders, in Frankryk, kennis van gehad heeft, onzen Graave en zynen Schoonzoon ten Hove zeer verdagt heeft moeten maaken. Een Schryver, die deezen tyd beleefd heeftGa naar voetnoot(t), zegt, dat onze Graaf van een aanzienlyk Leger verzeld was, en uit 's Konings zwakheid hoop geschept hadt, om zynen Schoonzoon haast op den Franschen Troon te zien plaatsen: welk laatste, schoon 't wel waar zyn kan, egter, by anderen, niet gemeld wordt. Doch dat hy van eenige manschap verzeld is geweest, | |
[pagina 407]
| |
blykt ook uit egte stukken van deezen tydGa naar voetnoot(u). Te S. Quintin gekomen, verzogt Hertog Willem, aldaar een mondgesprek met de 1417 Koninginne te mogen houden. Doch dit werdt hem geweigerd, om dat de Plaats te verre van Parys lag. Hy trok dan voort tot Compiegne toe, den Daufyn medeneemende. Hier zogt de Koningin hem te vergeefs te beweegen, om den Daufyn ten Hove te laaten komen. Hy verklaarde rondelyk, zulks niet te zullen gedoogen, indien men den Hertog van Bourgondie langer buiten bewind hieldt. Die zelfde verklaaring herhaalde hy, kort daar na, te Parys, werwaards hy gegaan was, om den Koning te begroeten, terwyl de Daufyn te Compiegne vertoefde. De Koning, voorgeevende hier over zyne gedagten te willen laaten gaan, gaf Hertoge Willem zyn afscheid; doch heimelyk bevel, om hem te vattenGa naar voetnoot(v). Hy ontkwam egter 't gevaar, welk hem dreigde; door een' bedekten vriend des Hertogs van Bourgondie, gewaarschuwd zynde. |
|