Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijKeizer Sigismond vertrekt met Graave Willem naar Engeland.Zo stonden de zaaken in den aanvang des jaars 1416, wanneer Keizer Sigismond te Dordrecht kwam, om, van daar, naar Engeland, over te steeken, en, ware 't mogelyk, eene vaste Vrede tusschen Karel den VI. en Henrik den V. te bemiddelen. Hertog Willem, wiens Afgezanten, de Keizerlyke Krooning, in den jaare 1414, hadden bygewoondGa naar voetnoot(k), ontving den Vorst beleefdelyk: en toonde zig | |
[pagina 405]
| |
genegen, om hem naar Engeland te geleiden. Veelligt stonden 'er nog eenige geschillen, tusschen de Engelsche en Hollandsche Koopluiden, te vereffenen. De onderlinge Koophandel bloeide nog, als van oudsGa naar voetnoot(l), schoon de Wolstapel verlegd was. Doch hy werdt niet voortgezet, zonder dat 'er, van tyd tot tyd, geschillen voorvielen. Onlangs zelfs hadt Koning Henrik Brieven uitgegeven, om van Hertoge Willem en den Hollanderen, met geweld, vergoeding van schade te vorderen, tot eene somme van agthonderd en vystig Nobelen toe. Doch deeze Brieven waren wederom ingetrokkenGa naar voetnoot(m). Hier benevens schynt Hertog Willem ook deel gehad te hebben, in de heimelyke onderhandelingen, die thans, met den Hertoge van Bourgondie, op het tapyt warenGa naar voetnoot(n). Reden genoeg was 'er, derhalven, voor Hertoge Willem, om de reis naar Engeland te onderneemen. Doch zyne poogingen en die van den Keizer, tot het bewerken eener Vrede, waren vrugteloos. Henrik bleef, zo wel als Karel, die te vooren door Keizer Sigismond gesproken was, styf op zyne eischen staan. Alleenlyk werdt 'er een driejaarig Bestand geslootenGa naar voetnoot(o), en Hertog Willem keerde, in 't begin van Hooimaand, wederom herwaardsGa naar voetnoot(p). 's Lands Regeering was, in zyne afwezendheid, den Heere van Kuilenburg en Walraven van Brederode aanbevolen geweestGa naar voetnoot(q). | |
[pagina 406]
| |
Sommigen verhaalen, dat hy, ten deezen tyde, in Engeland, het Leen deezer Landen van Keizer Sigismond verheeven heeft. Ook wil men, dat hy den Keizer, by deeze gelegenheid, verzogt zou hebben, zyne Dogter Jakoba, na zyn afsterven, ook met de Landen te willen verlyden, doch dat de Keizer dit zou geweigerd hebben, en Willem daar op verstoord vertrokken zynGa naar voetnoot(r). Zeker is 't, dat hy, zonder den Keizer, te rug gekomen isGa naar voetnoot(s). |
|