Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 375]
| |
tot Pinksteren des jaars 1406, waar na de vereenigde Legers aftrokkenGa naar voetnoot(u). Doch kwalyk werdt dit bestand van de Arkelsche, of veelligt van wederzyde, gehouden. Men heeft nog eenen Brief van Jan en Willem van ArkelGa naar voetnoot(v), waar by zy de Gelderschen aanzetten, om der Papen goeden van Utrecht, in Gelderland gelegen, niet te pachten noch te bruiken: 't welk deeze Landgoederen, voor de Stigtschen, nutteloos maaken moest. Men was, derhalven, in Holland wederom bedagt, op het hervatten van den Kryg, en besloot den eersten Veldtogt, met het beleg van 't Slot Arkel en van de Stad Gorinchem, te beginnen. De Edelen, de Steden en de Opgezetenen ten platten Lande werden ter Heirvaart beschreeven. De meesten maakten zig gereed. Doch eenige Edelen en Dorpen van Kennemerland kogten zig vry van den dienstGa naar voetnoot(w). De penningen, hier van komende, werden besteed, om gehuurd Krygsvolk, waarvan men zig, thans, meer en meer, begon te bedienen, te betaalen. |
|